- Drieëntachtigste editie - 3 mei 2025 - 2e Jaargang -
'Hey Bro, ik was vergeten dat het afgelopen donderdag 1 mei was, de Dag van de Arbeid, en heb gewoon gewerkt’.
‘Oei Bro, dat mag niet, 1 mei is een feestdag’.
‘Ik weet het. Ik vind dat zelfs een belangrijke feestdag. Gewoon om niet te vergeten dat onze voorouders hebben gevochten voor de achturige werkdag’.
‘Wat je er verder ook mag over denken, acht uur werken per dag is lang genoeg’.
‘De monniken hadden indertijd de regel van acht uur werken, acht uur bidden en acht uur slapen’.
‘Ja, die waren tewerkgesteld in de fabrieken van god. Geen loon maar wel kost en inwoon’.
‘De goede oude tijd’.
Hans Lengeler, Lorgues, Provence
Jeroen Vermeiren, Gent, België
We zijn er vroeg mee, maar toch wensen we veel succes aan Red..., euh, Red..., verdorie hoe heet die mens alweer voluit?
Veel succes aan Red!
Bijna een jaar nadat gij uw sigaretten buiten flikkerde, hebt gij nu ook de drank gebannen: van bier tot gin en alles daartussenin. Ge hebt een weg afgelegd om tot dat punt te komen. Het was een proces. Iets dat crescendo ging. Ge ging uzelf altijd maar meer verachten. Ja, ge had veel kopzorgen, en ge hebt ze nog steeds. Maar ge zijt het kotsbeu uzelf en uw lijf en uw geest – nochtans één van uw pre’s, al zegt ge het zelf – niet graag genoeg te zien. En dus hebt ge besloten dat ge beter en meer verdient, te beginnen met meer zelfzorg. Ago ergo sum. Ik handel, dus ik besta. Het is een verstandiger adagium dan dat van de Romeinse dichter Horatius, nunc est bibendum, ofwel: nu is het tijd om te drinken. Horatius is ook de man van carpe diem. Pluk de dag. Maar op den duur plukt ge de dagen kaal en wordt uw leven schraal. Een zwaktebod.
Ge schrijft dit alles neer, terwijl het Magnificat van Antonio Vivaldi zich troostend in uw oor wurmt. Van alle klassieke muziek komt ge toch altijd weer het meeste thuis in de barok. Bij Bach en Händel, bij Monteverdi en Pergolesi, bij Durante en Scarlatti en jawel, ook bij Antonio Vivaldi, de Venetiaan die zoveel meer is dan zijn Quattro Stagioni. Gij moet wel wat gniffelen als ge leest dat de barokmuziek er kwam als een soort rebellie tegen de polyfonie die haar voorafging, want ook die meerstemmige gezangen van de Renaissance weten u vaak diep te raken.
"Gij drinkt nu gemberextract in plaats van bruin bier of een gin tonic'"
Of ge nu voor altijd gestopt zijt met geestrijke dranken, vraagt ge uzelf af. Ge hoopt van wel en tegelijk hoopt ge van niet, ’t is te zeggen: ge hoopt dat ge leert minder gulzig te zijn. In augustus trekt ge naar het zuiden, naar uw bloedbroeder. Ge kunt u nauwelijks voorstellen dat ge tijdens die vakantie in de Provence geen perfect gekoelde rosé zou savoureren samen met hem. In uw ideale wereld is dat hoe ge ’t in de toekomst aanpakt: een bourgondisch glas als ge op verlof zijt. Iets dat ge doet in bijzonder gezelschap en liefst op een bijzondere plek. Maar ge weet niet of ge dat kunt, gij dorstige lekkerbek, met uw neiging om van de ‘bon vivant’ in u een ‘trop bon vivant’ te maken. Gij weet maar al te goed dat uw vlees nogal zwak is. De kans dat ge eens terug thuis tegen uzelf zegt ‘allez, nog even, even nog mag wel’ is niet onbestaande. Meestal wilt ge op die manier die verdomde kopzorgen in slaap wiegen. En dát is nu net wat ge moet leren te laten.
Maar kijk, gij probeert. Gij zijt onderweg. En dat is al iets. Misschien zelfs alles. Gij drinkt nu gemberextract in plaats van bruin bier of een gin tonic. Wijl ge luistert naar stichtende muziek in plaats van uw eigen geklaag. Het leven is geen rechte lijn, maar een fuga: stemmen die komen en gaan, thema’s die terugkeren, variaties die verrassen. En als ge toch nog af en toe struikelt, dan zijt ge tenminste aan het stappen. Gij zijt er nog. En dat is wat telt. In de luwte van uw nieuwe routine groeit iets dat ge lang vergeten waart: genade voor uzelf.
JV
Ineens is hij er weer, de nachtegaal, vanuit de buik van Afrika tot in de boom naast onze slaapkamer. Ooit dachten we dat het om een aantal vogels ging tot we ontdekten wat een uitgebreid repertoire deze vogel in zijn mars heeft. En hij kondigt ook de lente aan, alsof alle planten zich gehypnotiseerd oprichten en de bloemen zich sensueel openen door zijn zang. Die eerste frisse groene blaadjes aan struiken en bomen maken het geitje in me wakker en zien er ongelooflijk aantrekkelijk uit. Door de eerste warme zonnestralen stijgt er van de bodem in het bos een geur op van in bloei staande wilde tijm, verse rozemarijn en knapperige dennennaalden. En het licht gaat nog net dat tikje feller aan.
Ik probeer angstvallig de uiterst nieuwsgierige Belle onder controle te houden want ik heb de zwarte kater van de buren al meermaals op het muurtje zien lonken. Na een gesprek met een vriendin waarin we het hadden over bevallende mannelijke zeepaardjes, naaktslakken die elkaar als voorspel aflikken kwamen we uit bij de weerhaken aan de penis van de kater die van een katachtige vrijpartij geen lachertje maakt, dus sindsdien gaat de tuindeur enkel nog open als ik als chaperonne in de buurt ben. En ik maak uit voorzorg een afspraak bij de dierenarts want ik zit niet te wachten op een familie met halve voorpootjes.
En ook de jongens plooien zich naar buiten. De oudste zoon reist met zijn lief naar zijn schoonfamilie in Parijs waar hij volgend jaar gaat wonen en studeren. Heerlijk voor hem maar toch weer een heel eind verder voor mijn hart. Voor de middelste zoon ben ik druk bezig met het invullen van stapels formulieren voor mogelijke universiteiten, studiebeurzen en een kot. Een bruisende studentenstad als Aix-en-Provence zegt hem niets. Als boekenverslinder en cinefiel viel zijn oog op Toulon waar zijn faculteit zich buiten het centrum maar naast een cinema bevindt. Een droom. De jongste profiteert van de afwezigheid van zijn oudste broer om diens tuinkamer in te palmen met vrienden, want in zijn leven staan vriendschap en avontuur bovenaan en studies in mini kleine lettertjes, bijna onleesbaar, en vooral verwaarloosbaar, helemaal onderaan. Maar ook dat is helemaal oké.
"De afspraken met vrienden stapelen zich op"
In ons leven brengt de lente naar jaarlijkse gewoonte drukte en onstuimigheid mee. Na weken vol regen kan Bert eindelijk alle buitenklussen onder handen nemen. We bereiden onze table d’hôtes tussen de wijnranken van het wijndomein Triennes voor. Mijn agenda kruipt vol met kookopdrachten, studeren, schrijven en lichaamsgerichte therapie. De zomerfestivals komen eraan en de afspraken met vrienden stapelen zich op. Er moet dus ook opnieuw een evenwicht gezocht worden nu we een versnelling hoger gaan.
Maar dit weekend staat in het teken van hoog bezoek, mijn mama. Op terugreis van werk in Avignon stopt ze even hier. Van de uitspraak ‘achter de geraniums zitten’ heeft mijn moeder dan ook nog nooit gehoord. Want ja, die bedrijvigheid heb ik natuurlijk ook niet zomaar, dat zit toch echt in onze genen. Maar genoeg geschreven nu, ik moet dringend de winter, maar vooral al die pels, uit het huis vegen en uit de tapijten kloppen. En in mijn verbeelding weven de nachtegalen die zachte haartjes in hun nest en warmen hun kleine kuikentjes zich eraan. Zo is alles, dichtbij of ver, toch weer met elkaar verbonden.
SL
Vrieeend,
Ik had iets nodig voor mijn vape-apparaat en stapte naar het enige winkeltje in Lorgues waar men dat soort prullen verkoopt. Ik ben namelijk een ex roker met een psychologische verslaving. De Freudianen onder ons wijten dit aan een orale fixatie. Ik ben waarschijnlijk als baby te snel van de moederborst gehaald en zie nu. Ik vape dus.
De vloeistof die ik in mijn toestel giet, bestaat voor de helft uit propyleenglycol (een substantie die ook in voedingsproducten wordt gebruikt) en voor de helft uit plantaardige glyerine (een afgeleide uit palm- of kokosolie). Daar voeg ik een klein beetje smaakstof aan toe zodat ik ergens in de verte een smaakillusie van blonde tabak heb. De nicotine heb ik inmiddels gelaten voor wat het is.
Zoals gezegd, mijn rookverslaving is psychologisch.
Om de zoveel tijd loop ik langs bij Avape, een winkeltje dat wordt gerund door een koppel vijftigers, beiden ex rokers met een psychologische verslaving en met een fixatie voor Franse vapeproducten die volgens hen tot de minst schadelijke ter wereld behoren. Aangezien ik mijn vapegedrag voor mezelf wil goedpraten, ga ik graag mee in hun verhaal.
Ik stapte mijn boulevard uit en draaide de Rue de l’Eglise in. Op het plein voor de kerk stond Alain, de eigenaar van Avape, te kletsen met een pronte dame. Ze gooiden om beurten een frisbee die handig uit de lucht werd geplukt door Albert, een prachtige Collie met een zout- en peperkleurige vacht.
We zwaaiden mekaar toe en ze wenkten me naderbij. ‘Dag Alain, ca va? Is je boetiek open?’, vroeg ik. ‘Jazeker’, antwoordde hij, ‘mijn vrouw verdedigt het kasteel terwijl ik wat met de hond van Lucie kom spelen. Ken je Lucie?’.
Lucie blijkt de eigenares van “Les Lubies de Lucie (Décoration d’Intérieur)” te zijn, een winkeltje op de hoek van het kerkplein dat vazen, fotokadertjes, hummeltjes, plastieken bloemen, nachtlampjes in de vorm van een rood hart en tassen met egostrelende opdrukken als “Maman je t’aime” of “Pépé, mon héros” verkoopt.
"Peut-être, une fois"
‘Ah, un Belge’, lachte Lucie. ‘Aaah oui, peut-être, une fois, moules frites’, kaatste ik terug, ‘wat verraadde me? Toch niet mijn accent hoop ik?’.
Ze besloten ter plekke dat de Belgen de kwaadste niet zijn. ‘Wat was me dat vandaag op de markt’, gooide Alain op, ‘het leek wel op een invasie van de Hollanders. Zelfs in onze winkel hadden we Hollanders. Het seizoen is nu wel echt begonnen’.
‘Bij mij ook’, beaamde Lucie, ‘Die zeggen niet eens eerst bonjour als ze je winkel binnenkomen. Dat gaat meteen van hoeveel kost dit en hoeveel kost dat’.
‘Het is cultureel’, verklaarde ik, ‘Nederlanders zijn nogal direct en vrij assertief, daar zit verder echt geen kwaad achter. Het is zoals Vlamingen die iedereen meteen tutoyeren. Voor jullie komt dit onbeleefd over maar dat is echt niet de bedoeling’.
Ik wilde voortstappen maar Lucie riep me terug. ‘Hé, Belge’, riep ze, ‘Hoe heet je eigenlijk, want je aanspreken met Belge vind ik wat raar’. ‘Hams’, antwoordde ik.
Sinds mijn buurvrouw uit Bras, het dorp waar ik eerder woonde, mijn naam maar niet correct kreeg uitgesproken en me consequent “Hams” noemde, is dat mijn geuzennaam geworden in het zuiden. Als ik een tafel reserveer bij Pôl geef ik altijd deze naam op. Ik doe zelfs geen moeite om mijn familienaam te spellen want tegen dat ik “Lengeler” heb uitgelegd via L comme Louis, E comme Edouard, N comme Nestor, … zijn we een uur verder. Hams klinkt eenvoudig, blijft makkelijk hangen en werkt altijd en overal. Er is verder ook geen enkele associatie met bijvoorbeeld Fritz, het soort naam dat bij sommigen tot vandaag nare herinneringen naar boven brengt.
‘Hams’, herhaalde Lucie nadenkend, ‘Ik zal voor jou eens een koffietas met het opschrift “Hams, le meilleur Belge de Lorgues” laten maken. ‘Doe dat’, lachte ik, ‘misschien koop ik ‘m wel une fois’.
HL
Anoushka, onze kleidochter is de zestiende, zestien jaar geworden.
De eerste zondag van het paasverlof neem ze ’s avonds de trein naar Oostende, ze gaat daar een weekje een studentenjob doen en logeren bij een dochter van haar meter die ook haar beste vriendin is en daar als evenementen organisator bij de dienst tourisme Oostende werkt.
Time! … voor de eerste studentenjob, ... niet niks hé ! Oma is fier op je !
Anoushka wordt daar ingeschakeld in het doe-expo "VOS en HAAS” voor kinderen, waar ze samen met nog iemand instaat voor ticketverkoop, de schop en begeleiding met kinderen door het expo gebeuren (kwestie om een beetje zakgeld te vergaren).
Er komen kostelijke tijden aan.
Mon Dieu, Sweet Sixteen … Ze wordt de zestiende 16 jaar, niet te geloven, ons klein meisje.
Nog steeds kan ik me het zalig gevoel herinneren, de eerste maal ik Anoushka in mijn armen kon houden.
Het vermoeden bestaat dat het in de sterren stond geschreven dat oma, mama en nu ook Anoushka op een zestiende zouden geboren worden.
Ze schitterde als een lentekindje, mama was een herfst- en oma een winterkind.
Op zulke momenten, zou de tijd moeten blijven stilstaan om te kunnen blijven en blijven genieten van die intense vreugde.
Maar dat kan niet, omdat ieder wezentje dat geboren wordt dat intens overweldigend geluk veroorzaakt en dan zou de wereld stil vallen met draaien.
Dit zestiende verjaardagsfeest zal er geen worden zoals al de vorige, met een lange feesttafel met familie, meter en peter en als afsluiter een grote taart met kaarsjes.
Het wordt er een in verschillende bedrijven, waar de 40, 50, 60, plussers onder ons nog steeds taart krijgen en Anoushka dan toch maar de kaarsjes uitblaast en de cadeautjes uitpakt.
"Ik krijg de vraag of wij samen boodschappen kunnen gaan doen"
Maar laat het ons hebben over 15 en 16 April.
Op dinsdagmorgen krijg ik van Nouchie een telefoontje met de vraag of wij samen in de voormiddag boodschappen kunnen gaan doen.
Er komen namelijk acht vriendinnen haar verjaardag vieren en blijven dan slapen.
Op het lijstje staan er benodigdheden voor pizza’s, drank en knabbel- en babbelkoekjes. Ze heeft besloten dat ze zelf voor alles gaat instaan (opruimen ook? Hummm).
Er wordt flink wat aangekocht, een kar vol, oma is er toch bij!
Pizzadeeg, special pizzasaus, salami de Lyon, ham, kip, mozzarella kaas, tomaten en paddestoelen voor de veggie pizza’s.
De drank: water, frisdranken, flessen kidbul bubbels rood en groen om te knallen om 00.01uur en genoeg Strongbow +16 en snacks.
Als laatste, chocomel en twee pakken sandwiches voor de brunch.
Bij haar thuis aangekomen, brengen we alles naar de keuken en ze bedankt mij.
Oei,... ik moet niet helpen, ze gaat alles zelf klaarzetten en de pizza’s maken is deel van de feest.
Onze dochter en schoonzoon hebben haar de ruimte en privacy gegeven, de living en de keuken is hun privéterrein voor de avond.
Het moet laat geworden zijn, ’s morgens lagen de 8 meisjes in de living te slapen. Ze denkt dat ze gaan slapen zijn rond vier à vijf uur.
Wel, om acht uur stond de chef van de kapblok (restaurant in Kobbegem) aan de voordeur met als verrassing vers afgebakken koeken.
Die bel moet pijn gedaan hebben.
Toen ik haar vroeg of ik in de "Au Parleur" over haar feestje mocht schrijven had ze geen bezwaar, ge weet wel ik moet haar privacy respecteren.
En of ik ook zo een beetje mocht weten hoe het er aan toe was gegaan …. Oma dat wil ge echt niet weten.
Ik had dan ook hoop dat ik een foto van het gezelschap zou krijgen, maar daar stonden alleen de pizza’s op.
Ja, wat dacht ik dan… , of was ik even vergeten dat ik ook zestien was geweest.
Ze wordt groot !
RV
Er zit een vrouw op een boot. De haren onkreukbaar steil gestijld in een perfect gelaagde balleage. Een strandhoed bengelt losjes tussen haar vingers. Casual zou je denken, maar deze vrouw laat niks aan het toeval over. Haar beeld is zorgvuldig geconstrueerd, net zoals de zachtroze gelnagels op haar gemanicuurde, ranke handen. Een zwart, mouwloos kleed valt soepel tot op haar smalle enkels en geeft nog net de fijne lijnen bloot van wat een grotere tattoo moet zijn op haar onderbeen. Verrassend misschien, maar ook weer niet. De inktartiest was ongetwijfeld verrukt met die gave, olijfgroene huid als canvas.
Even lijkt ze in de verte te turen naar iets ongrijpbaars wat net achter de horizon ligt. Tot een kleine hand haar terug in het nu brengt en haar geest moeiteloos in dit volmaakte lichaam glijdt. De hand hoort toe aan een jongetje met Spidermanshirt dat haar aandacht vraagt, geflankeerd door zijn vader. Ze beantwoordt dat verzoek met zulke tedere glimlach waardoor haar gelaat bijna vloeibaar wordt.
Als zachte kringen in een helder meer waar je even een glimp te zien krijgt van de diepe bodem, tot het wateroppervlak weer tot rust komt en één strakke, rimpelloze spiegel vormt waarin de zon oogverblindend weerkaatst.
Op de boot zit nog een moeder. De haren à la minute in een vlecht gedraaid met sprietjes die alle kanten opgaan. De rode nagellak op haar ontblote tenen bladdert af (ze had geen tijd of courage om ook haar vingers te lakken). Haar korte jeansshort probeert tevergeefs haar uitdijende dijen te vangen en haar jeugd, maar ze weten te ontglippen. Ze draagt een T-shirt met rood-witte strepen waarmee ze een mariene stijl probeert neer te zetten. Passend wel op zo’n ferry, dat moet je haar nageven.
"De kracht van die ondoordringbare driehoek"
Ze staart naar de andere moeder. Denkt ze dat het gracieuze moederschap aan haar voorbijgegaan is: “That ship has sailed” en gniffelt ze in haar hoofd dat ze die bedenking uitgerekend op een boot maakt? Of is ze niet beginnen kijken omwille van het zichtbare contrast, maar net omwille van wat haar bindt? De zongekuste zoon die op haar schoot zit en aandacht vraagt. The one and only, the OG, the one and done?
Wordt haar blik als vanzelf gezogen naar andere koppels met één kind? Uit nieuwsgierigheid, een drang naar gelijkgezinden, een vraag naar bewijs dat het enig kind gelukkig is? En vooral de aanstekelijke dynamiek die uitgaat van een eenkindgezin?
Of is zij de enige die dat opmerkt? De kracht van die ondoordringbare driehoek, de sterkste vorm in de meetkunde, de basis van heel wat bouwkundig vernuft. De enige vorm die niet verandert als je er op drukt, want de krachten worden verdeeld over de hele driehoek.
Was ze eerder voor een vierkant gegaan, als het had gekund? Ongetwijfeld. Biedt één kind garantie op een zinvol en harmonisch bestaan? Absoluut niet. Ze staan met hun drietjes vaak lijnrecht tegenover elkaar.
De magie van de driehoek zit hem niet in het ontwijken van de druk, stress en tegenslag, maar wel in het steeds terugveren naar de oorspronkelijke vorm, waarbij je niet meer ziet wie wie draagt.
Meestal.
Want soms meert een boot aan, draagt een moeder de strandspullen en de vader het kind op zijn schouders.
EVB
Weledele lezer tevens trouwe bondgenoot
inzake alle kwesties behelsende de wellevendheid,
In den beginne was het stil, en de stilte was beleefd. Dan kwam de draagbare telefoon. Vervolgens was alles waarlijk om zeep. Dat zit zo. Ik word geregeld geconfronteerd met situaties waarin een tafelgenoot plots zijn broekzak aanspreekt met de woorden: “’t Is effe mijn moeder, hoor.” De moeder zelf krijgt vervolgens de volle aandacht, terwijl uw dienaar alias ondergetekende – en bij uitbreiding elkeen die in de nabije buurt vertoeft – gedegradeerd wordt tot geluidsdecor.
Ik zeg u, goede lezer: dit is ten stelligste ontoelaatbaar!
De heer (m/v/x) die zich onder mensen bevindt, bevindt zich in een contract van wederzijds respect. In dat kader zijn er slechts drie aanvaardbare reacties op een inkomend telefoongesprek:
OVER JEAN-PIERRE HOOFS
Hij mag dan geen sant in eigen land zijn, Jean-Pierre Hoofs is een man met naam en faam, niet in het minst in het Verenigd Koninkrijk. Hoofs stond decennialang aan het hoofd van de Londense School for Butlers & Hospitality, een instituut met wortels die teruggaan tot de 19de eeuw. Na een rijkgevuld leven aan de overzijde van het Kanaal resideert de man sinds twee jaar weer in het lieflijke Brugge, zijn beminde geboortestad. Daar vult hij zijn dagen als gepensioneerde zinvol in, onder meer als vlot Engelssprekende gids in het Memlingmuseum. Daarnaast verblijdt én verlicht hij de lezers van Au Parleur met zijn wijze raad voor meer courtoisie en goede manieren.
JV
Naar mijn mening bieden de van de pot gerukte fratsen van de Amerikaanse president mogelijkheden. Zo kan het minder ontwikkelde kiesvee - en ja, het wordt stilaan tijd om hen aldus te benoemen - zien wat er kan gebeuren als je achter populisten blijft aanlopen. Je wordt uiteindelijk namelijk zelf droog gepakt.
Er bestaan geen simpele oplossingen voor complexe problemen. Wie daarin wil meegaan, kan evengoed een tattoo met de tekst "ik ben een idioot" op zijn voorhoofd laten etsen.
Laten we het autocratisch uitschot dankbaar zijn om ons te tonen hoe het niet moet zodat we later niet moeten zeggen: "Wir haben es nicht gewüsst".
Maar verder bent u geheel en al vrij te kiezen wie u wil vereren: pausen, dictators, volksmenners, Nigel Farage, …
Amedé
Max hoogte 2m50
Dit stond voor de lage brug.
Charel en Pierre kwamen met hun te hoge vrachtwagen van 2m65 aangereden. Charel de chauffeur zei tegen Pierre:
‘Kijk gij eens snel uit het raam of er geen flikken te zien zijn. Dan kan ik gelijk doorrijden’.
Politiewagen
Een politiewagen komt met sirene aangereden in de nacht. Zegt de ene politieman tegen de andere: ‘Kijk gij eens of dat onz’ blauwe lamp brandt. De andere politieman hangt uit het raam en zegt:
‘Ja, neen, ja, neen, ja, neen, …’.
Felice
Al wat bolt op drie of meer wielen met wat koetswerk eraan is een wagen. Een motorwagen heeft als extra een motor in de koets. Ik ga aan de kust fijn met de trapwagens rijden. Je moet er mee trappen als met een fiets.
Rijden met een trapwagen is echter geen carting dat is weer iets anders. Carting dat is met professionele motorwagens op een circuit rijden. Het wordt wel eens vertaald als karten of karting. Maar het Duitse Karten betekent dan weer een kleine kaart, een betalingskaart, een landkaart is “eine Karte”. Dus de cuissetax wordt een trapwagen. Uiteraard spreken wij van kippenbil en niet van kippendij. Misschien vandaar?
Alles met twee wielen achtereen is een fiets. Men zoekt naar de etymologische achtergrond van fiets. Van veel woorden kan men een etymologische duiding geven, van sommige zit die zo ver dat dat niet meer mogelijk is. Dat geldt zo-ook voor fiets. Hieronder staan wat mogelijke herkomsten van het woord fiets. Er staat ook een stukje in gevonden uit 1901. Ik weet het, het is niet altijd zo vlot te lezen omdat het nogal taaltechnisch is. Het is dus soms even doorworstelen maar ik deed het verscheidene malen en heb hier en daar wat commentaar bijgeschreven dus jij kan er ook wel eens doorgaan denk ik, als een reis door het verleden. Het is geschreven door een zekere Nederlander B. H.
Let op met dat verleden. Mijn lief zei dat ik een verleden had omdat ik liefjes vóór haar had en ze was misnoegd zeg maar jaloers. Iemand met een verleden is iemand die ooit zaken deed die het daglicht niet mochten zien zoals diefstal plegen en inbraken doen. In het andere geval spreken we van iemand met een voorgeschiedenis.
Dus B. H. is aan het woord:
1) ‘Het woord (fiets nv FS) is ook wel opgevat als een eponiem dat oorspronkelijk verwees naar de Wageningse wagenmaker en rijwielhandelaar E. C. Viets, die omstreeks 1870 moet zijn begonnen met de handel in rijwielen’.
Hier kan ik op zeggen dat het woord fiets eerst opdook in Appeldoorn en niet in Wageningen. Bovendien verwijst zijn winkel naar rijwielen en niet naar fietsen’.
Mijn commentaar: een eponiem is bijvoorbeeld de saxofoon die genoemd is naar blaasinstrumentenmaker Adolphe Sax uit Dinant. Kijk ook naar bic van het merk Bic en kodak naar Kodak als zijnde een fototoestel. Zo spreken mensen van een baxter terwijl dit algemeen toch beter een infuus moet zijn. Er zijn buiten Baxter nog leveranciers voor medische apparatuur zoals Hartmann, L&R: Lohmann & Rauscher, Midmark en andere.
2) B. H. : Een andere mening die ik vond is: ‘Fiets is een klanknabootsing of een onomatopee: fiiiiiiiieets. Het is een verbastering van het piepende geluid dat de houten fietsen indertijd nog vaak gemaakt zullen hebben. Van piep-piep-piep naar fiets-fiets-fiets?’.
Hier zeg ik Fren Soop wel bij: welk piepend geluid? Waren ze dan altijd van hout dan en van welk hout? De overgang van piep-piep naar fiets-fiets zie ik helemaal niet zitten.
3) B. H. : ‘Fiets komt misschien van het Franse vitesse of vite. Vitesse betekent snelheid. Vite betekent snel. Dit zou verklaren waarom “fiets” aanvankelijk met een “v” werd geschreven’.
FS: ik heb nergens iets kunnen vinden dat erop zou wijzen dat het woord viets ooit zou bestaan hebben dus dit is een niet gestaafde bewering. Maar een fiets in het Frans is een vélo van het woord vélocipède.
4) B. H. : Uit een oud Nederlands schrijven uit 1880 vinden we het volgende: ‘Volgens sommigen moet het woord fiets ontstaan zijn uit vélocipède. 't Zou een “prozaïese samentrekking van vélocipède, alias.... vielesepee” wezen. Eerst werd die vielesepee verkort tot “viels”. Afgrijsclik woord. waarvan bovendien geen behoorlik werkwoord te fabrieken was. (!) Vielsen? Foei! - Viels werd dus viets (volgens sommigen FS), omdat dit een beter werkwoord gaf. Maar ook “viets” kon niet lang genade vinden in de mond en voor het oog der spraakmakende menigte. (!)
Een zachte v aan 't begin van een woord dat snelheid en kracht in zich behoorde te verenigen - men voelde het dat ging niet. (?!) Bovendien is viets, als 't gedrukt is, 'n afschuwelik woord om te zien. Een woord om een hekel aan te hebben. Van de v maakte men dus een f.
Heeft deze manier niet veel weg van de aardigheid van vroeger: Weet u wel hoe “Nebukadnezar” tot “Jacob” wordt? Dat gaat zo in zijn werk: er komt tweemaal “ne” in voor, en een dubbele ontkenning is ja - en de overige vokalen worden samengetrokken tot - cob!’.
Einde deel 8
Fren Soop
Tandpasta X is het beste. Een onderzoek naar tandpasta.
Deel 2:
Tandartsverzekering.nl beveelt Sensodyne aan bij gevoelige tanden. Ik kon niet vinden wat tandartsverzekering.nl in feite is. In Nederland kun je zo een verzekering afsluiten voor zowat 150 Euro per maand en krijg je 75% van de tandartskosten terug. Wij Belgen hebben een beter globaal gezondheidssysteem.
Waarop letten bij tandpasta?
Het is belangrijk dat tandpasta een bepaalde consistentie heeft en stoffen als glycerol of sorbitol zorgen voor een gel-achtige structuur. SLS of wel natriumlaurylsulfaat is een detergent dat zorgt zoals al gezegd voor een schuimende werking. Heeft u geregeld last van aften dan is een tandpasta zonder SLS een betere keuze.
Uiteraard zitten er in tandpasta stoffen die je een fris gevoel geven zoals munt. Maar daarom is tandpasta nog niet functioneel. De pasta moet bestaan uit schurende of abrassieve middelen met voldoende kleine korrel om het glazuur niet te beschadigen. Het is de bedoeling aanklittende eetresten of kalkdeeltjes te kunnen wegwerken bij een poetsbeurt.
Er bestaan heel wat soorten Sensodyne tandpasta’s. Dat doet men heel bewust om je het idee te geven dat er één pasta is speciaal voor jou. Met shampoo heeft men dat ook gedaan: zorgen voor een grote diversiteit zodat je je kunt vereenzelvigen met “jouw” product. Zowat alle tandartsen in België prijzen Sensodyne aan bij gevoelige tanden. Dit komt niet door de eigenschappen van de tandpasta maar wel door de overtuigingseigenschappen van de vertegenwoordigers die tandartsen bezoeken.
Bij bloedend tandvlees wordt dan weer Parodontax aanbevolen door tandartsen.
Het is hoop ik duidelijk dat als je tandvlees blijft bloeden dit zomaar niet verholpen kan worden met er wat tandpasta aan te wrijven.
Nemen we als voorbeeld de vergelijking tussen Sensodyne Rapid Relief en Colgate:
Colgate Sensitive Pro-Relief tandpasta zorgt voor een significant grotere vermindering van dentineovergevoeligheid dan Sensodyne Rapid Relief...
Dit staat als bewering op het internet. Er wordt wel bijgezet dat dit volgt uit “wetenschappelijke” tests. We zien verder dat er graag gewerkt wordt met vreemde namen als er van tandpasta sprake is.
Fluoride:
Fluor als zuiver F2 komt bijna niet voor. F2 is een giftig en agressief geelgroen gas. HF of waterstoffluoride is een giftig zuur maar enkel zeer verdund als sporenelement is het nodig in het menselijk lichaam. Het is zo reactief dat je er glas mee kunt etsen. Verbindingen met metalen worden fluoriden genaamd. Ook andere verbindingen worden fluoriden genoemd.
De kristallen van tandglazuur groeien schroefvormig. De dunne as van de schroef kan door bacteriën aangetast worden. Fluoride-ionen opgelost in water of tandpasta beschermen dan die plek. Daarom is fluoride opgenomen in drinkwater en tandpasta. Sommigen in Amerika zijn daartegen maar dat komt omdat ze niet goed op de hoogte zijn van wat scheikunde en biologie.
Tandpasta Colgate en Meridol bevatten 2 ingrediënten die erg schadelijk zijn voor het milieu.
Oral-B en Sensodyne Complete Protection bevatten microplastics.
12 van de 17 pasta’s zaten ook nog eens in een overbodig doosje.
Dat doosje dient denk ik, voornamelijk om het stapelen te vereenvoudigen of om winkeldiefstal tegen te gaan, al is dat maar een veronderstelling van mij.
Komt ook voor: Xylitol in tandpasta.
Xylitol is een natuurlijke zoetstof, die tegenwoordig veel gebruikt wordt als alternatief voor suiker. Dit vanwege de grote voordelen voor je gezondheid, ...Xilitol bij de tandpasta.
Wordt beweerd:
Xylitol zorgt ervoor dat er meer water in de darmen komt. Dit extra water in het bloed zorgt ervoor dat de speekselklieren meer speeksel produceren. Meer speeksel betekent dat je mond beter gespoeld wordt, wat helpt bij het schoonhouden van je tanden en het verminderen van tandbederf.
Dit is weer een dubieuze bewering.
Meestal is het % in je tandpasta zo laag dat het twijfelachtig is of de stof Xylitol een zoetstof nota bene eigenlijk iets doet.
Einde deel 2
Gray Bodès
(Foto: Carl Sagan - NASA/JPL)
© Au Parleur - JEROEN VERMEIREN/HANS LENGELER 2023/update 2024
ACHTERSTRAAT 246 - 9800 ASTENE
11, BOULEVARD CLEMENCEAU - 83510 LORGUES - FRANCE
BEELDEN: EIGEN WERK, UNSPLASH & FREEPIX