- Vijfentachtigste editie - 17 mei 2025 - 2e Jaargang -
'Hey Bro, uit solidariteit met de Belgische landbouwsector drink ik enkel nog droge witte wijn’.
‘Dankje Bro, zelf ben ik ondertussen afgekickt van de dry martini’.
‘Aha, bemerk ik daar een vorm van droge humor?’.
‘Lach er maar mee, het is echt een probleem hoor’.
‘Weet ik, maar dat is nog geen reden om droogstoppels te worden’.
‘Zwijg maar, jij hebt je schaapjes op het droge, ginds in het zuiden’.
‘Helemaal niet, ik leef hier van de regen in de drop’.
‘Genoeg gezeverd, Bro’.
‘Droogkapje en de zeven geitjes, zijne Koninklijke Droogheid, …’.
‘We hebben het begrepen Bro’.
’Sorry, …’
Hans Lengeler, Lorgues, Provence
Jeroen Vermeiren, Gent, België
“De regering-Trump heeft gelijk”, zegt onze minister van Defensie in The Washington Post over de eisen van de VS om meer te investeren in Defensie en de Navo. “Waarom moeten 350 miljoen Amerikanen de veiligheidsrekening betalen voor 550 miljoen Europeanen? So unfair... so unfair”.
Sinds je de baas van het Belgische leger bent geworden, en in die hoedanigheid nu een héél héél belangrijke speler op het wereldtoneel bent, vindt Au Parleur dat je je naam moet veranderen in Freo Tancken. Dat klinkt zoveel mannelijker.
Go for it, Freo, it's gonna be beautiful.
Vrieeend,
Mijn broer uit het noorden die op bezoek is in het zuiden, verbaasde zich over al het frisse groen in de natuur. Het is de eerste maal dat hij niet tijdens de hoogzomer of de vroege herfst afzakt naar de Provence, de velden vol klaprozen en de wilde orchideeën zijn voor hem dan ook een onverwacht zicht. Het voorjaar was uitzonderlijk nat, dat speelt, maar de grond is vruchtbaar in de Var. Men noemt mijn streek niet voor niets “La Provence Verte”.
Omdat mijn broer op een leeftijd is gekomen dat hij gesteld is geraakt op zijn eigen ruimte, huurde hij voor zichzelf een knusse gîte met uitzicht op de vallei en op de heuvels aan de overkant. Gedreven door gezonde nieuwsgierigheid en omdat ik zijn gezelschap op prijs stel, bracht ik er een bezoekje.
Ik stelde voor om een tochtje te maken. Mijn broer uit het noorden kent veeleer de westelijke kant van de Var omdat we in die streek gedurende vele jaren onze vakanties doorbrachten. Sinds ik me in Lorgues vestigde, wat een veertigtal kilometers verderop ligt, ben ik zelf ook meer en meer de oostkant gaan verkennen. Ik woon niet zo ver van de bergen van de Gorges du Verdon en sta op een klein uurtje rijden in de Alpes-du-Haute-Provence. Het landschap is er, begrijpelijkerwijs, heel anders dan in de regio rond Aix-en-Provence of Avignon.
We keken vanuit het dal naar de dorpen op de heuveltoppen. Ze lijken uitgestorven en vaak vind je er zelfs niet eens meer een bakker of kruidenier. De gemeenschap gaat er al slapen om vier uur in de namiddag en staat pas om elf uur in de voormiddag op. Beeld ik me in.
Er zijn natuurlijk ook de grotere dorpen waar je op het plein bij de fontein iets kan drinken op het terras van Bistro Lou Paradou of Café Du Sport. Een stel vroege toeristen hoorde ons praten en zegde ‘goeiendag, goe weer vandoag’. Belgen… je ontkomt er niet aan. Maar dat is verder ook helemaal niet erg.
"Het is perfect mogelijk"
We wandelden via een klauterweg door één van de kloven van de Gorges du Verdon en mijn broer uit het noorden begreep waarom ik hier niet weg wilde. Onze kinderen, die we al eens missen, zijn inmiddels volwassen en leiden hun eigen leven. We wonen tenslotte slechts op een goeie vijf en een half uur sporen per TGV van elkaar, dat is niet onoverbrugbaar. Alles is relatief.
Bij een glas rosé haalden we herinneringen op aan onze kindertijd en onze jeugdjaren, hoe onze ouders vijf kinderen in een auto propten en ons meenamen op vakantie naar Spanje. Twee dagen lang als sardienen opeengepakt in een veel te warme wagen, tuffend de Pyreneeën over met onze bagage in kartonnen bananendozen op het dak gebonden. Hoe we het na een tijdje op de zenuwen kregen, want de rit duurde en duurde, en hoe we mekaar uit pure verveling begonnen te pesten en te plagen waardoor mijn vader in een stressaanval bruusk op de remmen ging staan en dreigde ons ergens achter te laten of ons te verkopen aan de zigeuners.
Of hoe we instructies kregen om, als we de grens tussen Frankrijk en België terug moesten oversteken, te beginnen jengelen en wenen zodat de douanebeambte medelijden zou krijgen met onze ouders en ons zonder teveel controle zou doorlaten. Je moet weten dat mijn vader de gewoonte had om onderweg een substantiële voorraad wijn in te slaan en daarbij de toegelaten hoeveelheid ruim overschreed. Het truukje lukte meestal wonderwel.
Vandaag leven we in een eengemaakt Europa en betalen we overal met dezelfde munt. Het is perfect mogelijk om zonder veel gedoe te gaan leven in een buurland.
Ik zag mijn broer uit het noorden nadenken. Hij is gek op Italië en bezoekt om de zoveel tijd Toscane, waarom niet, later, op pensioen, ergens rustig en warm, …
Het is perfect mogelijk.
HL
Het heeft zijn voor- en nadelen om over een grote verbeeldingskracht te beschikken alsook fijngevoelig te zijn. Vandaag speelt het in mijn nadeel. Ik zie een bibberende Belle met opengesperde oogjes vol angst die met een grote spuit in slaap wordt gebracht bij de dierenarts. Ik hoor haar angstkreet en voel hoe ze mij zoekt, haar vertrouwde mens. Al de hele voormiddag probeer ik die beelden uit mijn hoofd te krijgen want ze zorgen voor een knoop in mijn maag, vochtige ogen en verlamming.
Deze ochtend lok ik een nietsvermoedende Belle in de reismand. Dat gaat verbazingwekkend vlot, zeker als je bedenkt dat ze me ervoor nog een knauw in mijn kuit heeft gegeven omdat ze sinds gisterenavond geen eten meer kreeg. Tijdens de autorit huilt ze en ik zing, tevergeefs, liedjes, om haar maar ook mezelf te kalmeren. Ik maan mezelf aan flink te zijn in de dierenkliniek maar als een vrouw haar puppy niet wil loslaten wordt het mij ook allemaal te veel. Dus als ik aan de beurt ben komt er niets meer uit mijn keel want die zit volledig dicht. Ik wil nochtans vragen aan de onthaalmedewerkster of ik de dierenarts even persoonlijk kan spreken, want ‘ze mogen haar niet teveel anesthesie geven met haar twee halve pootjes minder en dat ze die ochtend onder bed nog een brokje had gevonden en of dat dan niet té gevaarlijk is en we de sterilisatie maar moeten uitstellen?’
Nochtans komt die sterilisatie geen dag te vroeg. Na een weekend in de Ardèche treffen we terug thuis een krolse Belle aan. Een kronkelend lijf, een klaagzang die door merg en been gaat en een weerbarstige drang om naar buiten te gaan. Het huis wordt hermetisch afgesloten maar als ze de kans schoon ziet, floept ze tussen onze benen, haar vrijheid en potentiële vrijers tegemoet. Gelukkig is een kat op twee achterpoten niet zo snel. Soms kijkt ze me verward aan, zoals pubers, wanneer hun hormonen beginnen op te spelen en ze verschieten van hun eigen harde woorden en de gekwetste blik van hun ouders.
‘Wat is er met Belle?’ De jongens kijken bedenkelijk als ze plat tegen de grond haar kont en staart hoog in de lucht steekt. Ik leg uit dat ze een onweerstaanbare drang heeft om te vrijen, dat ze geen blijf weet met zichzelf. Ik gooi in de groep dat het toch wel handig zou kunnen zijn mocht het bij de mens ook zo duidelijk geëtaleerd worden. ‘Broek af en kont in de lucht is groen licht. Zoniet: fikken thuishouden! Er zouden misschien niet minder verkrachtingen zijn, maar wel minder gedoe rond al dan niet expliciet gegeven toestemming. Nietwaar?’ Maar de jongens zijn al afgedropen.
"Ik blijf er plezier in hebben om die pubers te jennen door over seks te praten"
Ik blijf er plezier in hebben om die pubers te jennen door over seks te praten. Na drie rondjes weet ik dan ook perfect hoe die kaart in te zetten. Als ze jengelend voor de open ijskast hangen ‘Wat eten we, toch iets normaals hoop ik? Duurt het nog lang voor we eten want ik heb nog niets gegeten vandaag? Of: Er is hier nooit iets in huis om te eten!’ dan trekken die zich weer heel snel in hun kamers terug als je hen langs de neus vertelt: ‘dat je wat achterloopt op schema omdat je zonet een passionele vrijpartij met hun vader hebt gehad.’
Ondertussen kook ik een grote kippenfilet en ben ik ook een stukje verse zalm gaan halen, allemaal voor Belle. En ik bereid me voor op een avondje voor de televisie met versufte kat op mijn buik. En ik beeld me in dat iedereen even blij zal zijn dat ze veilig en wel weer bij ons is en de jongens zullen zich naast ons in de zetel nestelen. En dat ze het niet erg zullen vinden dat er niet gekookt wordt want ik kan immers niet bewegen met een slapende Belle op mijn borst. Ook de andere dieren zullen al snuffelend de druktemaker weer in de roedel opnemen, want zonder haar is het maar heel stil in huis.
Ik kan dan ook heel goed menselijke gevoelens en gedragingen projecteren op dieren. Maar dieren die zijn gewoon, die zijn gewoon dier. En dat ga ik vanavond ook proberen toe te passen: gewoon zijn. Niets van alle wereldproblemen of het achterstallige werk, dat zich heeft opgestapeld toen ik in mijn verbeelding Belle zag sterven op de operatietafel en daardoor volledig catatonisch werd, zal ik binnenlaten. Ik zal gewoon een mens zijn die ongelooflijk opgelucht is dat ze weer als vanouds in mijn vinger bijt en dit telkens opnieuw met de mantel der liefde toedekt.
SL
Het begon met een kleine medische ingreep, in de dagkliniek van Aalst.
De hartspecialist zei: “’s morgens binnen, ’s avonds buiten mevrouw”.
Een medisch foutje zorgde ervoor dat ik ’s avonds niet thuis kwam, maar
op intensieve care belandde, al was mijn toestand, wat mij betreft niet zo zorgwekkend.
Na drie dagen was mijn hartje genormaliseerd en binnen de week wordt ik ontslagen in het ziekenhuis.
Op zich een avontuur om eens in je leven te beleven maar dat is een ander verhaal voor later.
Zes weken nadien, eind September wordt ik verwacht op cardio voor een ergospirometrie test, gevolgd door een afspraak bij de cardioloog.
Hierbij wordt er een masker op mond en neus geplaatst, verbonden met allerlei draden die met je lichaam en monitors verbonden zijn en de geleverde inspanningen meten en verwerken.
Ik waan me voor efkens ne coureur van den tour.
Maar... mijn tests zijn bar slecht.
Natuurlijk heb ik geen prima conditie, hiervoor was geen test nodig.
Ik leef zoals God in Frankrijk.
De dokter stelt mij de vraag of ik sport, nu ja … ik speel een beetje golf sinds corona.
Mevrouw golf is geen sport.
Toch dokter, de parcours zijn gemiddeld 5 à 6 km en je mag niet treuzelen daar er om de 4 min een flight na u begint.
Opeens heel kordaat. Mevrouw, ik ben sportcardioloog, ik zal wel weten of golfen een sport is of niet.
Niet veel mensen die hem dit nadoen, mij doen zwijgen en mij niet het laatste woord gunnen.
Mijn gewicht was voor hem ook van den boze, dus hier durfde ik niets op antwoorden en laat ons zeggen, hij kon gelijk hebben.
Hij stelde voor de komende vier maanden drie maal per week een cardioprogramma af te werken, onder leiding van een team dokters, kinesisten, diëtiste en een psycholoog.
Dit wordt aangeboden voor hartpatiënten in samenwerking met de mutualiteiten.
Even slikken.
Eigenlijk hoor ik hier helemaal niet bij, maar ik denk dat ze mij dit gunnen om hun foutje recht te zetten en mij op termijn aan een prima conditie willen helpen.
Bon, dat gaat mij wel lukken, zo moeilijk kan dat niet zijn.
Op maandag 14 Oktober 2024 om 8.00 uur sta ik dan in trainingsbroek met een hartslagband onder mijn T-shirt op de afdeling cardio training in Asse.
Jill de kinesist die mij gaat begeleiden neemt mijn bloeddruk en hartslag, dit wordt het ritueel voor en na elke cardio sessie.
Ik krijg een gepersonaliseerde badge waarmee ik mij op elk toestel moet inloggen, de gegevens worden via een monitor gedurende het sporten opgenomen en bijgehouden.
Voor thuis krijg ik een bewegingsboekje mee.
"Dat was even slikken, ik was ook fier op mezelf"
De eerste 6 sessies was er niets vanzelfsprekend, … het was uitputtend, afmattend, ik moest mij telkens naar het einde van elke activiteit (toestel) slepen.
De groep 1 waarvan ik deel uitmaakte begon van 8.00 tot 9.00 uur en was de minst bezette groep, gezien het vroege uur.
Niet iedereen uit de groep had een hartoperatie ondergaan, mijn hartspecialist is een sporthartdokter dus… ik denk dat er ook een paar kwamen voor specifieke trainingen te volgen en misschien zoals ik, met een slechte conditie.
En toch boekte ik langzaam maar zeker vooruitgang en hoe, na een maand was ik vijf kilo kwijt.
Hoe kon het anders, beperkt suiker, beperkt zout, geen vet, geen alcohol, geen cafeïne … en keihard trainen.
Helse weken doorgemaakt, maar ik was eraan begonnen en ging dit tot een goed einde brengen.
Dat is dan één van mijn goede eigenschapen.
De groep en de kinesist Jill waren allemaal heel toffe mensen ik voelde me er thuis en genoot na de inloopperiode echt van dit uurtje.
Na Vier maanden op 7 Februari wordt ik terug verwacht voor een coureurstest.
Hierna, op consultatie bij de dokter, “Mevrouw, proficiat! Wij zijn als team ontzettend fier op U“.
Zo, ik zou dus een uitstekende conditie hebben en mijn bloedwaarden waren perfect en mijn BMI binnen de normen.
Zelfs de coronaire test is goed. U hoeft geen medicatie meer nemen.
Amai! Dat was even slikken, ik was ook fier op mezelf.
Vervolg!
Mevrouw, einde deze maand stopt de cardiotraining voor u in ons centrum, graag zouden wij hebben dat u verder sport.
Heb u al iets in gedachten? Hier had ik kunnen op antwoorden “Golfen“, ik durf wel veel, maar serieus, de gedachte spookte heel even door m’n hoofd.
Dus, nee dokter. Wel mevrouw, u hebt heel uw leven recht op een onderhoudsprogramma, dit op maandag en woensdag in Aalst en dinsdag in Asse. Van 17:30 tot 19:30 uur telkens 1 uur met een bijdrage van 3 euro, de rest wordt in rekening gebracht van de mutualiteit.
Oké, dit lijkt mij ideaal ik bekijk dit na en schrijf mij hier dan voor in.
Wij zien ons dan terug in September .
Oef ! Dat viel mee. Geen medicatie meer en pas terug in September, al bij al is hij best een aardige dokter.
Thuis bekijk ik dit allemaal rustig na. Mon Dieu nee, 3 maal de week rond 17:00 uur de E40 op naar Asse of Aalst.
Dat is crazy!, nee echt dat gaan we niet doen.
Dus ga ik op zoektocht naar een fitness centrum, overal is er iets dat tegenvalt, de openingsuren, de verouderde toestellen, het cliënteel, de afstand, de prijs.
Tot, ik op tv een promoreclame zien voor een abonnement bij een fitnessketen, mijn man vraagt, ben ja daar al geweest.
Wel ik ben voorbij het centrum gereden in Molenbeek en dat zie ik zo niet zitten.
En toch … op 24/02/2025 begin ik dan aan mijn nieuwe sport, …
RV
Ge zijt al meer dan twee weken droog. En dan doelt ge niet op het weer – daar hebt ge geen zeg over – maar op de inwendige bevloeiing. Gij, ja gij, die al eens durfde klinken op het leven, ook wanneer dat net iets te hard terugklonk. Gij die wijn zag als sacrament, gin als zalving, rum als remedie. Neen, dat laatste is niet waar. Met rum hebt ge nooit iets gehad. Feit is: de droogte gaat u verdomd goed af.
Ge weet zelf niet goed hoe dat komt. Gij die uzelf vaak met haken en ogen aan elkaar moest rijgen om een soort samenhang te veinzen, ge zijt helder nu. Niet plotseling verlicht als de Dalai Lama, maar wel met meer zuurstof, meer scherpte, meer goesting. Alsof ge eindelijk een paar filters uit uw systeem hebt gespoeld en het daglicht u niet langer bijt maar uitnodigt.
En dus schrijft ge.
Niet voor de poen – die is er nauwelijks.
Niet voor het applaus – daar kunt ge niet goed tegen.
Maar omdat ge iets te vertellen hebt. Omdat een personage als Juliette zich in uw hoofd heeft genesteld.
Juliette is 83, draagt een vleeskleurig korset, legt elke avond haar vals gebit te weken in een glas zoutwater en heeft één beeld in haar hoofd dat een leven lang is blijven etteren. Welk beeld? Ha! Dat houdt ge schoon voor uzelf. Mensen moeten uw boek maar kopen als het af is.
"Gij hebt Julliete neergeschreven met schroom"
Gij hebt Julliete neergeschreven met schroom, met wrangheid, met liefde. Niet om te choqueren, maar om te tonen hoe verwoestend één moment kan zijn. Hoe het zinnelijke bij sommige mensen niet tot bloei leidt, maar tot rotting. En terwijl gij haar de trap laat beklimmen, traag als een versleten typemachine, weet gij: dit is de roman waaraan ge zo lang niet begonnen zijt. Niet omdat ge niet wilde, maar omdat ge benauwd waart dat ge het weer eens niet zou kunnen. Dat ge niet. Dat ge niet goed genoeg. Maar zie u nu. Ge schrijft. Niet als een bezetene, maar als iemand die weet dat elke bladzijde telt. Elke zin, een oefening in aanwezig zijn. Elke passage, een ademstoot dichter bij uzelf. En dat heeft misschien alles te maken met het feit dat ge bij de avondval níet vlucht in het vloeibare, maar blijft bij het scherpe. Het heldere. Het naakte.
Ge weet het niet zeker, maar ge vermoedt: er gaat nog veel schoons komen. De zinnen zullen zich wel blijven aandienen.
Zoals Juliette dat ook deed.
Zonder aankondiging.
Maar precies op tijd.
JV
Paula Stulemeijer verblijdt ons met een heerlijk stukje muziek vanuit de Zoete Moederstraat.
En zo duiken we terug in onze eigen hippe jaren. Nachten door de Antwerpse straten met gitaar, mee surfend op liefde en losse vrienden. Je sprak af, je was vrij, je maakte muziek en je zong met af en toe op een smoezelige zolder of kelder rookte je samen een joint … c’ etait bien!
Er zijn mensen die bij een weerzien hun armen openen. Anderen die hun schouders ophalen. En dan zijn er de kussers. De wangkussers, welteverstaan. Het is een onnozel gebaar, denkt men – twee gezichten die elkaar even ontwijken terwijl lippen luchtzoenen simuleren – maar laat u niets wijsmaken: de kus bij het weerzien is een mijnenveld. Cultureel, geografisch, zelfs familiaal. En zoals bij elk mijnenveld geldt: wie zonder voorbereiding een stap zet, vliegt onherroepelijk de lucht in. Boem! Fini. Over and out.
In België hangt alles af van het gewest dat u frequenteert. In Brussel durft men al eens op drie zoenen over te schakelen, zonder waarschuwing vooraf. In Vlaanderen volstaan meestal twee. Tenzij het West-Vlamingen zijn die van het conservatieve type zijn, dan krijgt ge een handdruk én een blik alsof ge zojuist hun soep hebt beledigd. En in Wallonië? Wel, daar heeft men andere zorgen, zoals wijn, charcuterie en chansons die met het hart gezongen worden. De kus is daar slechts een randverschijnsel.
Het wordt pas écht verwarrend wanneer men de landsgrenzen oversteekt. In Nederland, waar men zogezegd nuchter is, kust men bij feestelijke gelegenheden ineens drie keer. Links, rechts, links. Of was het rechts-links-rechts? Ik ben ooit in Haarlem op een nieuwjaarsreceptie dermate heen en weer gekust dat ik even dacht dat ik in een carrousel terechtgekomen was.
Frankrijk is de moeder aller wangzoeners. Maar opgelet: het aantal varieert van regio tot regio. In Parijs: twee. In Montpellier: drie. In Corsica zelfs vier. Ik herhaal: vier. Tegen de tijd dat ik daar het hele welkomstcircus had afgewerkt, kon ik aanstalten maken voor het afscheid.
Mijn meest traumatische begroeting beleefde ik echter in Zürich. Ik was daar als gastspreker op een internationaal etiquettecongres (jawel, dat bestaat) en bij het binnengaan van de lobby kwam ik een Zwitserse collega tegen met wie ik reeds correspondentie had gevoerd. Ik boog lichtjes, in een beleefde knik zoals ik dat bij onze noordelijke buren heb geleerd. Hij daarentegen meende dat een handdruk volstond, maar verloor op het laatste moment zijn zekerheden en boog ook. Resultaat: we stootten met onze voorhoofden tegen elkaar als twee ezels in een geluidsloze botsauto. Daarna hebben we het ongemak weggelachen, al denk ik dat zijn lach er één van diepe culturele verwarring was.
Wat is nu het advies, hoor ik u vragen. Wel: ga nooit uit van uw eigen gewoonten. Pols subtiel naar de lokale gebruiken. Wacht indien mogelijk af wat de ander doet. En voor de twijfelaars: de beleefde knik is het Zwitsers zakmes van de begroeting. Ze is veilig, elegant en laat zo nodig ruimte om op te schalen.
Ik kus u niet ten afscheid, maar buig hoofs – hoe anders?! – het hoofd.
Uw immer welvoeglijke dienaar
Jean-Pierre Hoofs
OVER JEAN-PIERRE HOOFS
Hij mag dan geen sant in eigen land zijn, Jean-Pierre Hoofs is een man met naam en faam, niet in het minst in het Verenigd Koninkrijk. Hoofs stond decennialang aan het hoofd van de Londense School for Butlers & Hospitality, een instituut met wortels die teruggaan tot de 19de eeuw. Na een rijkgevuld leven aan de overzijde van het Kanaal resideert de man sinds twee jaar weer in het lieflijke Brugge, zijn beminde geboortestad. Daar vult hij zijn dagen als gepensioneerde zinvol in, onder meer als vlot Engelssprekende gids in het Memlingmuseum. Daarnaast verblijdt én verlicht hij de lezers van Au Parleur met zijn wijze raad voor meer courtoisie en goede manieren.
JV
Naar mijn mening slaakten een paar excellenties in de Wetstraat een zucht van opluchting bij het vernemen dat Red het niet heeft gered in Bazel.
Op een moment dat we nog wat extra miljarden moeten ophoesten zodat onze minister van landsverdediging de Amerikaanse wapenindustrie kan spijzen, zit niemand te wachten op het organiseren van een kostelijke liedjeswedstrijd. Trouwens, dat zijn allemaal inclusieven en LGBTQ+ en Woke-mensen. Dat zijn nog grotere profiteurs dan migranten, werklozen, zieken en ouderen.
Volgens sommigen toch.
Amedé
Jonge lui maken vooral nieuwe woorden. Ik herinner aan noppie (een klein mollig kind), aan biebie (schip), en diggeda (wagen). 't Blijkt hier opnieuw. En nu mogen de eerste sprekers en hoorders niet op nieuwerwetse fietsen gedoeld hebben, waarbij “dit woord zo goed beschrijft de gewaarwording bij het bijna geruisloos voorbijsuizen” ; zeker was fiets niet overal hét woord geworden, bij hoog en laag, maar vooral bij het volk, voor wie die korte woord was een “Godsend”, indien het niet gesuggereerd had hen van wie 't taalgevoel 't minst bedorven is. Daarom ook uitte zich die dame-bondslid aldus: “Fiets”, dat is een woord, niet gefabriceerd, maar geworden, ontstaan als een pure uiting van wat bij het zien van dat ding in de ziel omging. Ik heb me altijd verheugd, dat ik 't ontstaan van dat woord meegemaakt heb; ik vond 't zo aardig, daarin nog dat pure uiten terug te vinden, dat zo zeldzaam is, nu de woorden al zolang bestaan en de een ze van de ander leert, zonder zelfvoelen. Verheug u daarover en wees trots op dat woord, want geen andere taal kan het zo schilderachtig uitdrukken als de onze. Ja, ik durf zeggen, het woord “fiets” is in zijn soort al even mooi als Gorter's “Mei”!
B. H.
FS: Tot hier de commentaar van B. H. Valt ook op in de bovenstaande tekst dat woorden als “fonetis” er beter aan toe waren toen dan “fonetisch” nu.
Dan gaan we naar professor Luc De Grauwe die nog leeft en die ook een mening heeft in het spel.
1) Professor Prof Luc De Grauwe °1948 te Gent en professor Gunnar De Boel °1955 hebben een zeer goede hypothese. Zij kwamen daarmee in het nieuws in 2011 en in 2012. Een velo werd in Duitsland aanvankelijk een Viezpferd genoemd.
FS: Viez wordt inderdaad als fiets uitgesproken en dan zou viez zoiets betekenen als vice. Viezpferd is een “vicepaard” of de velo was een soort vervangpaard. Als voorbeeld geef ik nog: Viezführer is vice-leider. Natuurlijk zitten we met het probleem dat het Duitse woord voor fiets Fahrrad is geworden: rijwiel en niet fiets. Waarom zou dat woord dan naar hier overwaaien? Viez in het Luxemburgs betekent dan weer vies. Nochtans is de laatste verklaring (5) misschien de beste maar men kan het weer niet bewijzen.
De eerste fiets was een loopfiets uitgevonden door een onbekende persoon. De loopfiets had een stuur dat niet kon draaien en je reed ermee, door je met je voeten links en rechts van het tuig af te duwen op de grond. De eerste fiets was dus oorspronkelijk een onhandig ding want wie probeerde er rechtdoor mee te rijden was gedoemd op een bepaald ogenblik te vallen omdat je er je evenwicht niet mee kon behouden.
Toen kwam Karl von Drais in Duitsland op het idee een driewieler te maken met een stuurmechanisme met één kerend wiel vooraan zoals je vroeger bij ons nog wel een driewielige boerenkar zag getrokken door een paard.
Draisines worden weer gemaakt in een moderne versie. Ze hebben twee wielen achteraan en één stuurbaar wiel vooraan. Je zit erop als op een trapwagen en door het feit dat je meer kracht kunt zetten met je benen doordat je met je rug steunt tegen de rugleuning van je zitje kun je er behoorlijke snelheden mee halen. Ook als je stil staat kun je erop blijven zitten daar iets met drie wielen een grote stabiliteit heeft.
Later paste iemand dat principe van een stuurbaar voorwiel toe op de loopfiets. Dat was een grote vondst want nu kon je je onevenwicht corrigeren door met het stuur wat naar links en wat naar rechts te bewegen. Als je iemand ziet aanzetten met een fiets zie je vaak dat die traag rijdend met het stuur wat slingert rond een ideale rechte lijn. In werkelijkheid rijd je met een fiets niet via een rechte lijn maar maak je altijd een minieme slingerende beweging links en rechts van een rechte lijn. Zo bewaar je je evenwicht. Een mens die stapt maakt ook een dergelijke minimale afwijking om het evenwicht te bewaren. Die “stap” is kenmerkend voor een persoon en kan door AI herkend worden. Elke persoon stapt dus op een eigen typische manier herkenbaar ook als die van ver gefilmd wordt. Dat is iets wat men in China doet waar het individu zo vrij is, dat iedereen constant moet gefilmd worden. Big brother zit overal. Weet je niet waarover dit gaat, lees dan 1984 van Georges Orwell (1903 – 1950).
Einde deel 10
Fren Soop
Tandpasta X is het beste. Een onderzoek naar tandpasta.
Deel 4:
De door de Wereldgezondheidsorganisatie en de Voedsel- en Landbouworganisatie in 2002 vastgelegde definitie wordt inmiddels algemeen geaccepteerd als de definitie van een probioticum: "Levende micro-organismen, die wanneer in voldoende hoeveelheden toegediend, een gunstig effect hebben op de gastheer."[2]
Beide definities zijn het erover eens dat het gaat om goed gedefinieerde levende micro-organismen (meestal zijn dit bacteriën) en dat er een duidelijk beschreven en gedocumenteerd gezondheidseffect moet bestaan bij bepaalde aandoeningen.
Door de levensmiddelindustrie worden probiotica aanbevolen voor de algemene gezondheid, verbetering van de 'weerstand' en dergelijke.
Deze claims berusten zelden op een wetenschappelijke basis.
De vorige zin staat zo op het internet en komt dus niet van mij.
Remineraliserend: als u iets gegeten hebt, gaat uw speeksel aan de slag om het zuur te neutraliseren en het mineraalgehalte van uw tandglazuur te herstellen ('remineralisatie'). Vervolgens borstelt u de tandplak weg voordat het schade kan aanrichten.
Hydroxyapatite
Apatiet: zelfstandig naamwoord. Een van een groep calciumfosfaatmineralen die op verschillende manieren voorkomen als hexagonale kristallen, als korrelige massa's of in fijnkorrelige massa's als hoofdbestanddeel van botten en tanden en van fosfaatgesteente. 10 maart 2025.
Hydroxyapatiet is een mineraal dat ook van nature voorkomt in tanden en botten. In tandpasta kan het zich hechten aan het tandoppervlak en zo beschadigingen in het glazuur herstellen. Hydroxyapatiet vormt een beschermende en herstellende laag die sterk lijkt op natuurlijk glazuur.
Voorbeeld van een reclame:
3 tubes tandpasta voor glazuur. De fluoridehoudende tandpasta voor vloeibare glazuuropbouw. Voor gevoelige tanden: 3x 75 ml · 150 stuks Nano Hydroxyapatiet ...
Commentaar: Je ziet als het maar een naam heeft zijn er goedgelovige kopers voor. Koper staat duur dus zijn kopers zeer gegeerd en gerespecteerd.
Wat is de beste tandpasta? Ontdek onze testresultaten
Onze tanden zijn kostbaar en verdienen elke dag de beste tandpasta. Er zijn meerdere soorten tandpasta, die kunnen verschillen qua samenstelling en reiniging. Om je de beste tandpasta te helpen kiezen voor jouw behoeften, namen onze experts zowat 20 tandpasta’s onder de loep. 01 februari 2024.
Het belang van de juiste tandpasta:
Waarom is het belangrijk om de juiste tandpasta te kiezen?
Je tanden hebben elke dag aandacht en verzorging nodig. Daarom is het belangrijk om de juiste, doeltreffende tandpasta te kiezen. Maar de manier waarop je ze poetst is belangrijk.
Tandenpoetsen op de juiste manier
Een goede tandhygiëne houdt meer in dan de juiste tandpasta kiezen.
Poets je tanden twee tot drie keer per dag na de maaltijd gedurende minstens twee minuten.
Gebruik tandpasta met voldoende fluoride.
Poets je tanden op de juiste manier.
Een elektrische tandenborstel is doeltreffender, maar een goede poetstechniek is minstens even belangrijk (poets zowel de voor-, achter-, onder- en bovenkant van je tanden als de tandvleesrand en spoel nadien grondig je mond).
Reinig ook de spleten tussen je tanden. Doe dat minstens drie keer per week met een flosdraad, tandenstoker of interdentaal borsteltje.
Vervang je tandborstel of borstelkop elke drie maanden of zodra de haren hun vorm verliezen.
Babytandjes moeten ook worden gepoetst. Gebruik hiervoor kindertandpasta met minder fluor.
Rook niet. Roken is slecht voor je tandvlees.
Ga één of twee keer per jaar naar de tandarts op controle.
Beperk de inname van suiker en gesuikerde dranken.
Leer je kinderen goede gewoontes aan. Maak ze van jongs af aan bewust van het belang van een goede tandhygiëne.
Einde deel 4
Gray Bodès
(Foto: Carl Sagan - NASA/JPL)
© Au Parleur - JEROEN VERMEIREN/HANS LENGELER 2023/update 2024
ACHTERSTRAAT 246 - 9800 ASTENE
11, BOULEVARD CLEMENCEAU - 83510 LORGUES - FRANCE
BEELDEN: EIGEN WERK, UNSPLASH & FREEPIX