Au Parleur

- De Kleine Ongeschifte Verniete Gazet -

Au Parleur streeft naar onbetrouwbaarheid van de gegeven informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan worden gesteld.

- Eenendertigste editie - 13 april 2024 - 2e Jaargang -



EDITORIAAL
Elfenstof

'Hey Bro, de platanen in mijn boulevard staan inmiddels fris in het blad. Veel Vlaams gehoord ook de afgelopen week. Paastoeristen in het zuiden...'
'Ditto, ik heb ook veel Vlaams gehoord'.
'Ja, in Gent komt dat al wel eens vaker voor veronderstel ik'.
'Je moest eens weten...'.
'Al kon je daar vorig weekend ook Elfs en Klingon horen?'.
'Op Facts, inderdaad. Leuke bedoening. Mijn neefje heeft de beurs bezocht'.
'Mijn nichtje ook, helemaal verkleed in een zelfgemaakt kostuum'.
'De wereld zou beter een beetje meer Facts zijn'.
'Ja, wat meer goeie vibes onder de mensen. Kan nooit kwaad'.
'En dat je dan je rekeningen kon betalen met elfenstof'.
'Dat zou wat zijn...'


Hans Lengeler, Lorgues
Jeroen Vermeiren, Gent

Ingeborg
Ingeborg

Ode aan de bekende Vlaming

Beste Ingeborg,

Sinds ik je ooit zag als passagier op de Columbus van Wim Lybaert wist ik het. Je redde je gastheer nét op tijd van het nemen van een aspirientje ter bestrijding van een stekende koppijn. Je nam de controle van het programma over en leidde je gastheer met zachte edoch dwingende hand naar een korte meditatie want je weet als geen ander dat enkel het correct stromen van de kosmische energieën hoofdpijn kan genezen.

Je zorgt voor de mensen, je bent onze aller mama, door de wind en door de regen. Je bent een onvervuld verlangen, iets wat wij nodig hebben. Je bent onze blind getrouwd en onze schuifaf.

Zoals jij is er maar één.

Laten we dat zo houden.

HL

Ode aan de bekende Vlaming

WEEKBOEK
Zarzuela
Zarzuela

Zarzuela

Rouwen gaat druppelsgewijs. Af en toe sijpelt er iets binnen: ‘ik ga nooit meer een telefoontje krijgen van mijn schoonmoeder’, ‘we gaan haar nooit meer bezoeken’, we moeten niet meer vragen hoe ze zich voelt. Na zo’n heftige periode voel je je soms een gewond dier. Je voelt je fysiek uitgeput maar tegelijk staan alle zintuigen nog op scherp. Het leven heeft een andere kleur gekregen.

En tegelijk is verdriet zo verbindend. Verstrengelde lichamen klampen zich vast aan elkaar en aan het leven. Liefde bedrijven als tegengif voor het einde, als antidote voor de dood.

Ik heb op dit moment niet alleen een voorkeur voor melancholische nummers maar evengoed cheesy love songs kunnen me nu erg bekoren. Ik zing dan uit volle borst mee, met een hart dat op springen staan en af en toe dwarrelt er een traan over mijn wang want mijn liefde voor Bert is groter dan ooit. Die tedere, kwetsbare, oersterke man van me.

En dat komt heel goed uit want morgen zijn wij 20 jaren samen. Ergens moet je een mijlpaal plaatsen en die heb ik gezet op de dag dat we elkaar voor ’t eerst een zoen gaven. Die 6 maanden paringsdansen met een stamelende en blozende Swaane die er aan vooraf gingen waren enkel de opwarming.

Terugkijkend is het bizar dat we uitgerekend die avond ooit gezoend hebben.

Want toen Bert me 20 jaren geleden uitnodigde om iets te komen eten op zijn appartement trok ik een afgrijselijke zwarte blouse met vele zwarte fronsels aan. Ik leek op een vogeltje dat stoer zijn borstkast naar voren duwde om indruk te maken op mijn wederhelft. In mijn ogen toen een ‘hippe’ blouse maar wat zweette ik in dat ding. Ik voelde mijn okselvijvers uitgroeien tot zweetzeeën en hield mijn armen krampachtig tegen mijn lichaam aangedrukt. Heel ontvankelijk moet mijn lichaamstaal niet geweest zijn die avond.

En van alle zenuwen bleef ik maar eten van die heerlijke Spaanse visschotel ‘Zarzuela’ die Bert had bereid. ‘En hij kan ook nog eens lekker koken!’, dacht ik bij mezelf. Nog niet beseffend dat als de buit éénmaal binnen is, er van dat koken niet veel meer in huis zou komen. Maar we waren zo verliefd dat we onze denkbeeldige toekomstige dochter de naam ‘Zarzuela’ wilden schenken. Godzijdank kregen we drie zonen.

Eén ding weet ik zeker: morgen zal ik een luchtig bloesje aantrekken, zal er geen vlees of vis op het menu staan maar zal ik wel met evenveel overgave mijn knappe rosse Viking zoenen alsof het de eerste keer is!



SL

DE WERELD VAN SWAANE
Zarzuela
Pis
pis

Genoeg gezeikt

‘Tja, je zit dus met een SLAP-laesie type 2 aan de rechterschouder’, zegt de huisarts, terwijl ze het verslag van mijn recent MRI-onderzoek monstert. ‘Het goede nieuws is dat we nu weten wat er aan de hand is. Het slechte nieuws is dat je dit soort letsel alleen kan verhelpen met een operatie. Mocht je nu 85 zijn, dan zou ik zeggen: laat het zo. Maar je bent met vijftig toch te jong om al zo te sukkelen.’

Ik staar haar aan met de blik van iemand die het in Keulen hoort donderen. ‘Een SLAP-wát?’ stamel ik.
‘Het is nogal complex om uit te leggen’, antwoordt de dokteres. ‘Slap-laesie staat voor Superior Labral tear from Anterior to Posterior’. Dat is een hele mond vol, ik weet het. Ik probeer het uit te leggen in mensentaal. De biceps heeft twee pezen die richting je schoudergewricht lopen: de lange bicepspees en de korte bicepspees. De lange bicepspees loopt over de schouderkop heen en zit vast aan het labrum, een kraakbeenachtige ring die ervoor zorgt dat je schouderkop mooi in zijn kom past. Bij een SLAP-laesie is deze ring, op de plaats waar de bicepspees aanhecht, beschadigd. Er zijn vier verschillende types van die kwetsuren. In jouw geval is er sprake van een lengtescheur in het labrum.’

‘O, juist’, knik ik. ‘Nu is het helemaal duidelijk.’
De ironie in mijn stem ontgaat de dokteres niet en ze schiet in de lach. ‘Ik zal je doorverwijzen naar een specialist, want jawel, dit is natuurlijk voer voor gevorderden.’
‘Natuurlijk’, zeg ik. Weet ik veel.
‘Hoe gaat het voor de rest’, vraagt de dokteres.

Ik ben pas een klein jaar patiënt bij haar en buiten af en toe een consultatie voor mijn vaste voorschriften, is ons contact schaars.
‘Goh’, antwoord ik schouderophalend. ‘Ik heb het gevoel dat de ‘ouwpeejerij’ is begonnen.
Mijn huisarts kijkt mij vragend aan. ‘Hoezo?’
‘Ik heb wat vervelende akkefietjes. Het plassen is niet meer wat het was. Het is vooral een processie van Echternach. Dat is al een tijdje aan de gang, maar volgens mijn vorige huisdokter kan dat te maken hebben met één van de geneesmiddelen die ik neem.’
De dokteres fronst. Vervolgens somt ze een aantal klachten op, gevolgd door de vraag of ook die weleens opduiken.’
Shit! (Dat zeg ik niet, maar ik denk het wel.) ‘Uhu’, antwoord ik vaagweg.
‘Ja dus’, klinkt het stellig. ‘Goed, dan wil ik je toch ook eens zien langsgaan bij de uroloog. Verder nog iets?
‘Ik heb verschrikkelijke jeuk aan mijn rug’, zeg ik geheel naar waarheid. ‘Dat is al dagen aan de gang.’
‘Laat ’s zien’, gebiedt de dokteres, waarop ik de kathedraal genaamd bovenlijf ontbloot.
‘Oei’, hoor ik achter mij. ‘Je hebt netelroos! Ik kan je daar medicatie voor geven, maar als het blijft aanhouden, zoek je best ook eens een dermatoloog op.’
Shit bis. (Dat zeg ik wederom niet, maar ik denk het wederom wel.)
Wanneer ik een weinig later weer buiten op de stoep sta, overvalt mij een gevoel van ‘middelbareleeftijderigheid’. De schouder kaduk, de prostaat mogelijk in verval en een huidaandoening er gratis en voor niets bovenop. Het ziet ernaar uit dat een handvol ‘-ologen’ straks een fijne duit gaan verdienen aan mijn ziekenfonds dan wel gedegen hospitalisatieverzekering. Godzijdank heb ik zo’n polis sinds 1 januari van dit jaar (waarvoor lof voor en hulde aan mijn werkgever), want wie weet wat mij allemaal nog te wachten staat.

Naar de prostaatdokter kijk ik niet zo heel erg uit. Je krijgt naar verluidt een vinger in de poep, die daar dan wat ronddanst om de staat en het formaat van je mannelijke klier te meten. Druppeltjesgewijs is voortaan geen term meer die ik associeer met dure kwaliteitsolijfolie van de eerste persing - zo van dat eetbaar goud dat je slechts mondjesmaat over je koude bereidingen sprenkelt - maar met de teloorgang van mijn jeugdige viriliteit. Al is die, zo moet eerlijkheidshalve gezegd, al even op herbronningsreis. Maar goed, dat is nogal privé. Genoeg gezeikt.


JV

DE GEDACHTEN VAN JEROEN
Genoeg gezeikt
schoen
schoen

Schoen

Schoenenbezit is een spectrum. Aan het ene uiteinde heb je de Imelda Marcossen van deze wereld, met walk-in wardrobes vol schoenen, gesorteerd per kleur, merk en stijl. Aan het andere uiteinde staat de monnik, die aan één paar sandalen genoeg heeft. Als het koud is, doet hij gewoon een paar sokken aan, want een monnik is onthecht genoeg om er niet aan te tillen dat hij erbij loopt als een Britse toerist op een Spaans strand. En dan zijn er ook nog mensen die helemaal van het spectrum gevallen zijn en geen schoenen meer dragen.

Zelf zou ik graag tot die laatste soort behoren: elke dag zorgeloos opstaan en je voeten niet in schoenen moeten wringen, heerlijk. Op internet kan je trouwens massa’s blogs en videos vinden over de voordelen van blootsvoets lopen. Zelf heb ik daar ook wel eens mee geëxperimenteerd, maar dat was in de tijd dat ik als twintiger onder de antidepressiva zat, en toen deed ik wel meer rare dingen, zoals volslagen vreemden uitnodigen op de thee (iemand waar ik vijf minuten mee had gepraat, was in mijn gedrogeerde beleving geen vreemde meer) en op blote voeten een rekening openen bij de bank. Op al die sites over de voordelen van blootsvoets lopen staan geen foto’s van mensen op blote voeten bij de bank. Dat is omdat zonder schoenen een bank binnenlopen je geen voordelen oplevert, integendeel.

Die antidepressiva heb ik toen uit zelfbescherming maar over de haag gegooid, en vanaf dan bleven mijn schoenloze escapades beperkt tot stranden, tuinen en mijn eigen woonkamer. Ik zag wel een keer een student blootsvoets de trein opstappen in Gent Sint Pieters, maar verder dan bewonderend toekijken ben ik niet meer gegaan.

Ik heb me dus neergelegd bij het feit dat ik schoenendragend zal verderleven, maar dat de motivatie nog steeds niet erg sterk is, zie je aan mijn schoenenkast. Daar staan zelden meer dan vier paar schoenen in. Al mijn mannelijke exen hadden steeds meer schoenen dan ik. Als tiener had ik er nog minder: in het weekend droeg ik sportschoenen, hoewel ik niet aan sport deed, en tijdens de week ging ik naar school in een paar stevige bergschoenen, hoewel er in Merksem geen bergen te bekennen zijn. Het kon hooguit opgevat worden als een statement dat we op school teveel trappen moesten beklimmen, maar eigenlijk was het gewoon omdat ik ze cool vond en omdat ik tijdens vakanties wel ging wandelen op plekken met niveauverschillen, dus dat spaarde weer een schoenenaankoop uit.

Ik hou namelijk niet van schoenen kopen. Ik vind het ontzettend vervelend; ik vind nooit wat ik wil. De laatste keer dat mijn moeder met mij op schoenenjacht ging, was in de jaren ’90, en toen we na afloop over de Meir liepen, zei ze vanuit de grond van haar hart: “Ik ga NOOIT nog schoenen met jou kopen.” Dat heeft ze dus ook nooit meer gedaan. En ik kan haar geen ongelijk geven.

Ondertussen heb ik een shoe hack gevonden: de paar schoenen die ik wel oké vind, draag ik tot ze van mijn voeten vallen, en daarna bestel ik online gewoon exact hetzelfde paar. Ik moet dan elke keer hopen dat dat model niet uit de collectie werd gehaald, maar dit systeem loopt nu al bijna tien jaar vlekkeloos.

Ik merk trouwens net dat ik door mijn zolen aan het slijten ben. Tijd om een nieuw paar te bestellen dus.



KV

ATLAS DER ALLEDAAGSE DINGEN
Schoen
vuilnis
vuilnis

Vuinis

In Lorgues, net zomin als in andere dorpen en stadjes in de Provence, is er geen ophaaldienst voor je vuilnis. Je vindt hier en daar containers op strategische plekken waar je zelf je vuilzak in kan droppen. Je wordt tevens verondersteld om papier, karton, plastic verpakkingen, glas, bric en pet te sorteren en zelf in de daartoe bestemde verzamelbakken te gooien. Buiten de dorpskern is er dan nog het containerpark waar je grootvuil, hout, ijzer, linnen, electro, piepschuim en dat soort brol kwijt kan. Behalve dat ze helemaal gratis zijn en dat men je niet naar je identiteitskaart vraagt, verschillen ze in niets met de containerparken die jullie ook kennen in België.

Ook al doe je nog zo je best, het is ontstellend hoeveel vuilnis je verzamelt. Zelf vul ik twee zakken van twintig liter huisvuil per maand. Dat valt nog mee. Erger is het gesteld met de hoeveelheid plastic die binnenkomt via de voorverpakte kazen en de occasionele plakjes ham. Nu het warmer wordt, durf ik me ook al wel eens bakje schepijs te kopen. Dat zit in gewaxt karton, maar toch. Het is altijd schrikken op het eind van de week als ik naar mijn verzameling flesjes, potjes en dekseltjes kijk.

Ooit deed ik gedurende een paar opeenvolgende zomers vakantiewerk bij “de mannen van de vuilkar”. Dat was me wel een beleving. Je begon je ronde om zes uur dertig in de vroege ochtend en je was om dertien uur weer thuis zodat je in de douche kon springen. Het was de tijd waarin er nog niets werd gesorteerd en alles in een grote metalen of plastic ton werd gegooid. Dat zaakje kon stinken als er volle pampers werden gemengd met groenteafval van een week oud. Het was ook flink tillen aan die emmers en je moest je niet zelden de vliegen van het lijf slaan. Labeur!

Daar stond tegenover dat “de mannen van de vuilkar” een zootje authentieke figuren waren die er altijd een goeie dag probeerden van te maken. Ik heb nooit harder gelachen tijdens vakantiejobs dan met die olijke kerels. Je wil ook niet weten hoe vaak ik nogal tipsy op de treeplank heb gestaan terwijl ik me krampachtig vastklampte om er niet af te vallen. Want ook dat hoorde bij de job, pintjes drinken vanaf een uur of zeven ’s ochtends. Neen zeggen was geen optie bij “de mannen van de vuilkar”.

Sindsdien maak ik er een gewoonte van om “de mannen van de vuilkar” een duimpje te geven of hen “goeiemorgen en bedankt” toe te roepen als ik hen toevallig passeer. Je hebt er geen idee van hoezeer dat wordt geapprecieerd.

Maar goed, hoe kom ik nu bij dit onderwerp terecht? Mijn buurvrouw van het eerste belde. ‘Coucou, Hans’, zegde ze. Ze had une p’tite question. Ze woont hier een jaar langer dan ik maar vroeg zich plots af wat ik met mijn huisvuil deed en wanneer de ophaaldienst eigenlijk langs komt in Lorgues. Zij zet haar vuilzak namelijk gewoon buiten onder de plataan voor de deur en op één of andere wonderlijke wijze is die na een paar dagen verdwenen en nu vroeg ze zich af hoe dat kwam want ze had nog nooit een vuilkar zien rijden in ons dorp.

‘Dat is het wonder van de trans-sublimatie’, verzon ik, ‘je afval produceert via het gistingsproces gassen die je vuilzakje doen zweven. Als alles goed gaat, stijgt dat naar grote hoogten alwaar het verschil in luchtdruk ervoor zorgt dat alles ontploft in kleine partikels. Zo ontstaan dan de wolken en als het regent komt je huisvuil opnieuw naar de aarde onder de vorm van druppels en doet zo de natuur groeien en bloeien’. Ze geloofde me niet en dus verklapte ik haar dat ze die zelf in de afvalcontainers moest gooien. ‘Afvalcontainers?’, vroeg ze, ‘En waar staan die dan?’. ‘Overal in ons dorp’, antwoordde ik, ‘In de straat onderaan de kerk bijvoorbeeld. Op de parking waar je je wagentje parkeert. Onderweg naar het warenhuis staan ze op drie of vier straathoeken. Ver hoef je nooit te lopen. Je kan er niet naast kijken, ze zijn bruin, staan op wielen en hebben een groen of geel deksel’. ‘Ah daar dienen die voor’, zegde ze verbaasd, ‘Ik dacht dat dat, … Ja, ik weet niet wat ik dacht, ik heb er nooit aandacht aan gegeven’.

‘Tja’, zegde ik, ‘soms maakt een mens nogal eens niets mee. Dat kan belastend zijn’. ‘Ja’, zegde mijn buurvrouw, ‘Je bedoelt iéts? Dat je iéts meemaakt?’. ‘Of niets’, zegde ik, ‘vaak is het niets, maar dan vermomd als iets’.

Het laatste wat ik van mijn buurvrouw hoorde was dat ze in een existentiële crisis zit. Het grote niets is haar leven binnengedrongen.

Waar ons afval ons al niet toe kan leiden.


HL

VANUIT DE PROVENCE
Vuilnis

VERENIGINGSLEVEN
Maurice31
Maurice31

Evangelina

Tijdens de laatste vergadering van de Intelligente Intellectuele Humauricetenclub ontstond er een klein meningsverschil. Ik kwam namelijk met het goede nieuws - dacht ik - dat we ons voor onze wekelijkse bijeenkomst opnieuw naar ons oude vertrouwde lokaal op de eerste verdieping van Café Het Vaderland konden begeven. We brachten daar menig aangenaam uur door, tot op de noodlottige dag dat er een klein brandje uitbrak omwille van de verouderde elektriciteitsbedrading en we ons noodgedwongen dienden te verplaatsen naar een achterkamertje van Café De Zweep.

De Intelligente Intellectuele Humauricetenclub werd ooit opgericht aan mijn stamtafel van Café Het Vaderland, we hebben daar onze wortels, maar Gerard Glasberg had nu reserves. ‘Beste vrienden’, zo sprak Gerard, ‘mijn hart zegt me meteen om terug te keren naar onze bron, mijn benen zeggen me dat we beter hier blijven. Café Het Vaderland is een instituut, geen enkel argument tégen, maar die trap is zo smal en steil…’. Frans-Jozef mengde zich in het gesprek. ‘Daar heb je een punt, beste Gerard. De herstellingswerken in ons oud hoofdkwartier hebben lang aangesleept en ik heb inmiddels een band opgebouwd met de baas van De Zweep. Hij weet ook wel wat af van wijnen, net zoals ik. De baas van Het Vaderland is dan weer vooral een bierkenner en dat spoort minder met mijn kennis van de vinologie’.

Ik voelde dat mijn leiderschap ter discussie werd gesteld en bepleitte mijn zaak. ‘Beste vrienden’, nam ik het woord, ‘jullie weten dat ik de democratische beginselen hoog in het vaandel draag. Toch meen ik dat mijn stem, als oprichter van de Intelligente Intellectuele Humauricetenclub, iets zwaarder doorweegt. Laat ons de emotie even opzij zetten en dit geschil vanuit de rede behandelen. Onze leeftijd is onze leeftijd, daar kan je niet omheen. De trap in Café Het Vaderland ís smal en steil, dat is een feit. Daar staat tegenover dat de gelagzaal van Het Vaderland al eens wordt aangedaan door mensen van niveau. Jullie weten dat ik reeds jaren oud-vrederechter Katz probeer te verleiden om toe te treden tot onze club. Hij houdt steeds de boot af met het argument dat hij reeds lid is van de Ridders Van De Ronde Tafel, van de Rotary en van de Bereidwillige Slaven van Maria. De man komt uit de advocatuur en staat bekend als zeer belezen. Ik meen dus dat Paulus Katz een aanwinst zou zijn en ik blijf hem telkens opnieuw uitnodigen, zonder echter het gewenste resultaat’.

Frans-Jozef kuchte en sprak, ‘je hebt zoals steeds gelijk, Maurice. Katz is iemand van ons kaliber, zonder enige twijfel. Maar denk je niet dat er iets anders speelt bij de man? Zou het kunnen dat er een vleugje rancune in het spel is? We kenden Katz reeds in onze studententijd te Leuven, er was toch dat incident tijdens die ongelukkige cantus?’.

‘Evangelina’, fluisterde ik schor, ‘zou je denken dat dat nog steeds speelt?’.

‘Ho, ho, ho!’, zegde Gerard, ‘nu ben ik even niet mee. Evangelina? Welke Evangelina?’.
‘Dat kan jij niet weten, Gerard’, antwoordde ik, ‘je bent twee jaar jonger dan Frans-Jozef en ikzelf, we frequenteerden in Leuven ook niet dezelfde herbergen. Ik ben je dus een verklaring schuldig’. Ik sloot even mijn ogen om de herinneringen terug te halen en sprak, ‘Evangelina was een studente van de faculteit Dierengeneeskunde. Paulus Katz had er zijn zinnen op gezet maar Evangelina ging niet in op zijn avances. Tijdens een studentencantus heb ik met haar gedanst en Katz verklaarde achteraf aan iedereen die het horen wilde dat ik zijn lief had afgepakt. Een grove leugen die ik hem vergaf omdat ik wist dat zijn hart de waarheid niet kon verdragen, namelijk dat Evangelina meer in mij was geïnteresseerd dan in Paulus’.

‘Intelligentie erotiseert’, voegde Frans-Jozef er aan toe, ‘er waren wel meer studentes die een oogje op jou hadden, Maurice’. ‘Kom, kom, niet overdrijven’, zegde ik, ‘mijn aangeboren bescheidenheid belet me om te pronken met mijn kennis. Maar zou je denken…? Ik was me niet bewust van mijn appeal’. ‘Maurice, jij schalkse duivel’, riep Frans-Jozef, ‘de studentes hingen aan je lippen als je in debat ging met de jongens van Pol en Soc. Dat moet je toch hebben gemerkt?’. ‘Ja, misschien, misschien’, hield ik me een beetje op de vlakte, ‘hoe dan ook, toen ik Evangelina tijdens de zomervakantie toevallig tegenkwam op het strand van Oostende en met haar een paar aangename doch zedige dagen doorbracht, kwam het tot een kleine rel toen dit gegeven Paulus Katz ter ore kwam. Hij kon daar echt niet mee overweg. We hebben dat uitgepraat en voor mij was die zaak dan ook klaar. Katz is er toch de man niet naar om me nog steeds euvel te duiden?’.

We vervielen in stilte, elk van ons begaan met de herinneringen aan onze studententijd. Het was Gerard die ons naar het heden terugbracht. ‘Wat doen we ermee?’, vroeg hij, ‘De Zweep of het Vaderland? Jullie kennen mijn voorkeur en de reden waarom’. ‘Het is niet van mijn gewoonte’, voegde Frans-Jozef eraan toe, ‘maar deze keer ben ik het met Gerard eens, Maurice. De baas van De Zweep heeft ons opgevangen op een moment dat we het moeilijk hadden. De Intelligente Intellectuele Humauricetenclub zat in een existentiële crisis na de brand in Het Vaderland, laat ons nu zijn gastvrijheid belonen met onze trouw. Kom, ik geef een rondje’.

Goede oude Frans-Jozef. Zijn argumenten hielden steek. Wellicht speelde de herinnering aan Evangelina onbewust een rol in mijn verlangen om terug te keren naar Het Vaderland en het hengelen naar het lidmaatschap van Paulus Katz. Het hart voert ons zonder dat we het doorhebben soms weg van de ratio.

‘Goed, beste vrienden van de Intelligente Intellectuele Humauricetenclub’, sprak ik plechtig, ‘hiermee is deze zaak van de baan. We blijven in Café De Zweep’.

HL

DE INTELLECTUELE INTELLIGENTE HUMAURICETENCLUB
Evangelina
OPVOEDING
Hoofs
Hoofs

Richtlijnen voor aanvaardbaar overspel

Goedmenende adept van het integere leven,

Ik wil vandaag een heet hangzijzer aansnijden. Zoals u misschien weet, heb ik naast het Britse koningshuis ook een schare adelijke families gediend. Pertinenter in deze is dat ik menige butler heb opgeleid om in voornoemde middens te doen wat juist is. En al te vaak is horen, zien en vervolgens zwijgen datgene wat juist is.

Persoonlijk ben ik geen fan van losse amoureuze zeden en frivoliteit, maar de werkelijkheid is wat ze is. Zeker in hogere middens is het bon ton de huwelijkse gelofte van trouw enigszins soepel te interpreteren. Toegegeven: ook dronkelappen uit de laagste sociale klassen willen al eens een loopje nemen met hun geloften, maar dat is toch van een andere orde dan de structurele aanhouderij die gebruikelijk is bij de begoede klasse.

Aldus wil ik u deze keer wijzen op een aantal onuitgesproken regels en gedragsnormen die wenselijkerwijs in acht worden genomen door zij die betrokken zijn in een buitenechtelijke affaire. Algemeen kan gesteld worden dat aandacht voor discretie, respect voor de privacy van alle betrokkenen en het vermijden van openbare schandalen cruciale elementen zijn in de (helaas minder nobele) kunst van de overspeligheid. Gelet op mijn eigen waarden en ethiek kan ik niet anders dan daar aan toevoegen dat overspel te allen tijde een schending inhoudt van de vertrouwensrelatie binnen een huwelijk, tenzij de echtelieden daar uitdrukkelijk afspraken over hebben gemaakt, bijvoorbeeld omdat zij in een verstandshuwelijk verkeren of gekozen hebben voor een open relatie waarin ruimte is voor escapades in de frivole sfeer.

Ziehier mijn wenken inzake scheefgaanderij, gepuurd uit mijn jarenlange ervaring in rijke middens, die – zulks mag wel eens gezegd – bepaald uitblinken in promiscue gedrag.

  • Men geve voor een affaire de voorkeur aan een minnaar of minnares die resideert op minstens 60 mijl of omgerekend zo’n 100 kilometer van de echtelijke woonst.
  • Men verandere niets aan het eigen uiterlijk om de ander te behagen, omdat een dergelijke ingreep thuis argwaan zou kunnen wekken.
  • Men belove geen sprookjes of anderszins onhaalbare scenario’s aan minnaar of minnares. Hij of zij is doorgaans slechts een tijdelijke passant. Er zijn uitzonderingen – ik wil in die context verwijzen naar ene Charles en zijn Camilla – die duurzaam scheef schaatsen om te langen leste toch in een regulier huwelijk te stappen, maar uiterst miniem zijn zij in getal.
  • Men houde een affaire te allen tijden geheim, ook voor de meest dichte en hechte vrienden. Zo behoede men zichzelf voor mogelijke chantage. Ook een boezemvriend(in) durft al eens een dolk in een rug te planten.
  • Uiteraard – en ik zou dit zelfs niet hoeven te benadrukken – vrijware men zichzelf van overdraagbare seksuele aandoeningen middels het gebruik van een betrouwbaar voorbehoedsmiddel, in casu een condoom van een degelijk merk. (In deze wil men werkelijk niet opteren voor een wit product!) Bovendien wil men geen buitenechtelijk kind – in de volksmond beter gekend als een bastaard – op de wereld zetten. Dat soort schromelijke vergissing kan u een flinke duit kosten!
  • Men zorge dat men nooit betrapt wordt! Dat lijkt vanzelfsprekend, maar overmoed en roekeloosheid zijn des scheefpoepers grootste valkuilen!
  • Men zette tijdig een punt achter om het even welke affaire. Men moet te allen prijze vermijden dat zij uitmondt in een structurele liefdesrelatie, want alzulk een verbintenis leidt altijd tot oninlosbare verwachtingen en aldus ook smart en mogelijk zelfs hysterie.
  • In geval men toch betrapt wordt, is er maar één devies: men ontkenne krachtig en herhaaldelijk! En dan nog eens. En nog eens.

Ik heb vele voorname en degelijke lieden begeleid in de bestiering van hun huishouden en sociale verplichtingen. Ook al is de vlag elders buitenhangen niet in lijn met mijn persoonlijke waarden, toch heb ik nooit geoordeeld. Ik ken heel wat fijne dames en heren van stand, aimabel en gul, die zich verloren in een affaire. Daarom tot slot toch ook een woord van troost: gaat u zich niet schuldig zitten voelen, wanneer uw vlees zwak blijkt te zijn. Vreemdgaan is van alle tijden en zit aldus diep vervlochten in de menselijke daad. Ik bedoel: aard.

Ik heb gezegd.
Moge veilig verkeer uw deel zijn.

Genegen groeten
Jean-Pierre Hoofs


OVER JEAN-PIERRE HOOFS
Hij mag dan geen sant in eigen land zijn, Jean-Pierre Hoofs is een man met naam en faam, niet in het minst in het Verenigd Koninkrijk. Hoofs stond decennialang aan het hoofd van de Londense School for Butlers & Hospitality, een instituut met wortels die teruggaan tot de 19de eeuw. Na een rijkgevuld leven aan de overzijde van het Kanaal resideert de man sinds twee jaar weer in het lieflijke Brugge, zijn beminde geboortestad. Daar vult hij zijn dagen als gepensioneerde zinvol in, onder meer als vlot Engelssprekende gids in het Memlingmuseum. Daarnaast verblijdt én verlicht hij de lezers van Au Parleur met zijn wijze raad voor meer courtoisie en goede manieren.



JV

JEAN-PIERRE HOOFS
Richtlijnen voor aanvaardbaar overspel
GEESTELIJKE HULPVERLENING
Vandervijzen
Vandervijzen

Prof. Dr. Vandervijzen ziet zijn licht uitgaan

Katatonie

Geachte hoofdredactie,

Ik ben Vanessa Bourgeois, de privé-assistente van Prof. Dr. Vandervijzen. Ik zie mij genoodzaakt u te melden dat de professor ingevolge een plotse zenuwinzinking nu zelf in hoogsteigen persoon is opgenomen in onze gewaardeerde instelling voor psychisch en psychiatrisch zieken. Ik trof de professor afgelopen dinsdagochtend aan in zijn kantoor, gezeten aan zijn bureau, in een staat van katatonie. Ik ben zelf geen dokter natuurlijk, maar met een anciënniteit van ruim twintig jaar in de sector, kan ik wel vertellen dat het hier een toestand betreft waarbij de getroffene minder goed kan reageren op de omgeving, terwijl hij of zij wel wakker en mentaal helder is.

Katatonie kan veroorzaakt worden door, vooral heftige, psychische aandoeningen, maar zij kan ook het gevolg zijn van hevig liefdesverdriet of het gebruik van drugs. De professor neemt natuurlijk geen drugs, zoveel mag duidelijk zijn. Voor hem uitgespreid op zijn werktafel lagen wel enkele foto’s van Tony, wiens verdwijning de professor sterk heeft aangegrepen. Mijn vermoeden is dat de recente verwikkelingen rond Tony – in wie de professor heel veel tijd en zorg geïnvesteerd heeft! – er al te zeer hebben ingehakt.

Feit is dat de professor heden niet bij machte is uw uiterst gewaardeerd blad van zijn inzichten te voorzien. Zolang hij in behandeling is bij zijn bijna haast even hoog aangeschreven collega dokter – maar niet professor! – Schifters, zal dokter – wél professor! – Vandervijzen noodgedwongen moeten afzien van zijn wekelijkse bijdragen in Au Parleur.

Rekenend op uw begrip teken ik met de meest hoogachtende hoogachting,


Vanessa Bourgeois
PC Broeders Alexianen
Privé-assistente van Prof. Dr. Vandervijzen

PS: tips over de verblijfplaats van Tony zijn welkom en zullen met discretie behandeld worden.


JV

TONY IN DE PSYCHIATRIE
Katatonie

GEMENGDE RUBRIEKEN
Verhaal Gaston
Verhaal Gaston
In vino veritas
music: Tony Bennett

Een vijftal nieuwsgierige lezers schoven aan om toch iets van de opnames te kunnen zien die live voor hen bezig waren. Zij wonnen de prijs omdat ze uitgeloot werden onder de lezers die een lezersbrief schreven.
‘Stilte alstublieft’, fluisterde de begeleider, ‘de conference is al een tijdje bezig. Aanwezig zijn Fren S., Gray Bodes en Geert De Boos. Alles wordt opgenomen en met KEY wordt er een verslag van gemaakt. KEY staat voor KI of kunstmatige intelligentie. Fren heeft het woord.’.

‘Ik heb wat dingen opgezocht. Humor is in heel wat landen hetzelfde althans het woord. In het Spaans is het: humòr of oemor, in het Frans: humour, in het Duits: Humor of hoemor, in het Noors is het: humor, in het Zweeds ook: humor, in het Grieks: chioemor, geschreven als Xιoύμoρ.
Zo te zien zou Duitse Humor geschreven met grote H het sterkste moeten zijn maar dat valt tegen. Duitsers houden meer van cabaret; een show met veel schmink en zo. Ik had het kunnen weten dat het een oud woord is maar het komt verrassend genoeg niet van het Grieks. In het Latijn is vocht: humorem. Men kende meer bepaald aan lichaamssappen zoals bloed, zweet enzovoort bijzondere eigenschappen toe. Het woord humorem ging vanaf dan tot de psychologie behoren. Hm ik ben niet helemaal tevreden. Ik zou zeggen “iets met sap zeggen” is bij het woord wat vocht, wat humorem toevoegen. Laat dat sap nu honingbier dus mede zijn of wijn, vino. Hoe meer wijn hoe meer prettigheid zou ik zeggen. In vino veritas is een van die vermaarde Romeinse spreuken. Wij zeggen: als de drank is in de man dan is zijn verstand in de kan.’.

‘Goed Fren mooi opzoekwerk maar dat laatste is het niet helemaal volgens mij.’ zegt Gray, ‘Zie hier staat het: als de wijn is in den man, dan is de wijsheid in de kan, oude Nederlandsche spreekwoorden.’.

‘Ja, mag ik hier dan toch nog iets over zeggen? Gij spreekt die “sch” uit als de “sch” van schoen, maar dat was gewoon “s” de uitspraak toen voor de woorden die sch op het einde hadden en…’ legt Fren uit.

Gr: ‘Wat hebt gij toch altijd met die s? Kabas, cavas, boekentas, winkeltas.’.

F: ‘En Canvas dan, dat vindt ge wel interessant zeker? Wel ‘t is ook met een s mocht ge het nog niet weten.’.

G: ‘Luister op elkaar afgeven helpt ons niet vooruit. We moeten samenwerken met of zonder s. Waarschijnlijk bedoelen de Romeinen met “in vino veritas” iets anders. Ik zie dat dat vers nog verder gaat:

Wanneer de wijn is in den man, dan is de wijsheid in de kan.

Als menigeen dit had bedacht, geen drank had hem in ‘t leed gebragt’.

‘Da’ ‘s weer duidelijk door iemand van hogerhand geschreven. Als het van dokters afhangt maakt niemand nog iets mee en zijn zijzelf overbodig. Als je dit eet dan krijg je dat en als je dat eet krijg je dit. Als je niets eet dan ga je dood. Ik stel voor weer naar die “veritas” te gaan’ zegt Fren, ‘Iemand een idee?’.

‘Iemand die veel gedronken heeft verliest zijn remmen en vertelt dan soms dingen die hij geheim had willen houden’ zegt Gray.

‘Ik begrijp het maar sorry: het zijn eigenlijk taalkundig gezien remmingen en niet remmen. Een auto heeft remmen een mens niet. Dus je bedoelt waarschijnlijk dat er dan dingen gezegd worden zoals “al die broine moeten w’ afschoimen” wat den dieën van Vooruit Achteruit bedoelde: Conard Rameau’ haalt Fren boven.

‘Neen de Romeinen bedoelen iets diepzinniger dat je alleen maar voelt als je heel moe bent na een zware langdurige gewapende strijd, dat je dan wat glazen zware rode wijn achterover slaat en nadien plotseling doorslaat als een condensator met te veel spanning op’ theatreert Geert luider en luider. De andere twee zijn even van de kaart. Normaal is Geert altijd ernstig en kalm. Fren vindt het woord weer:
‘Je hebt die trien daar die op tv kwam met dat boek “Sinds ik niet meer drink ben ik gestopt” of zo, over ophouden met alcohol drinken. Dat boek zou bij mij anders snel af zijn: sinds ik geen alcohol meer drink voel ik mij beter kuch kuch hoese hoese sorry brr beik, maar ik mis het. Einde.’ zegt Fren.

Geert van het vorige nog niet bekomen fronst zijn wenkbrauwen bij al dat gekuch en schuift zijn onderlip vooruit. Gray wrijft wat over zijn rechterarm en draait zijn Casio horloge naar het midden van zijn pols.
‘Ene zin en dat boek is af. Mocht ze daar op PAY tievie nog vijftien minuten over komen vertellen en ze mocht niets verklappen van wat in dat boek staat wat een kunst op zich is want de volgzame kijker moet dat boek eerst nog lezen hé. Een drankorgel zal dat meiske nu wel niet geweest zijn. Ze ziet er gewoon te goed uit. Niet echt slim maar wel leuke body en face. Misschien komt er wel ooit een nieuw deel aan: “Weer aan den drank hoera!”. Wat denk jij Gray?’ tast Fren hem af.

‘Die juf was waarschijnlijk een Miss België want die doen van die dingen of een Miss Rekening want die is er ook, naast Miss Peuterd, haha, en Miss Klapt die optrekt met Conard Rameau. Ik ken ze niet allemaal en haar zeker niet. Ik ken mezelf nog niet. Maar zij weet zeker niet wat in vino veritas betekent. Ik weet wel denk ik wat Geert bedoelt.’.

Gray nam een slokje van zijn spuitwater.

‘Ha dat is goed bruiswater. Het is au fond een eenvoudige formule hé: H2O. Twee waterstofjes elk kunstig gebonden aan één centraal atoom met daarrond riant wat koolzuurgas dat opborrelt als de fles geopend wordt. Het mooie is dat als dat koolzuurgas ontsnapt de temperatuur van het drankje ook verlaagt wat het een frissere smaak geeft’.

Hij hield zijn glas naar de lamp alsof hij werkelijk de atoomstructuur zag.

‘Briljant de natuur. Ah ja, in vino veritas. Ik ken dat zeker. Ik ken dat van mijn vroeger werk als product engineer. Het is vrijdagavond weet je wel, ik moe gewerkt na een week en dan blijkt dat er onverwacht nog een paar dringende herstellingen binnengekomen zijn die per se nog deze avond met een pro forma moeten worden opgestuurd naar die Magnete Geschäft Binder in Deutschland en dat ook nog nieuwe stukken Ersatzteile moeten worden besteld per fax alsof maandagmorgen al was begonnen. Je doet dat dan maar in automatic modus maar je geschrift is niet meer zo goed. Van computer op het werk was natuurlijk nog geen sprake. En die fax wou maar niet in gang schieten tegendraads zeker omdat het weekend was. Ik had het ding bijna afgebroken, ik zweer het u en met de grond gelijk gemaakt had hij niet plots die typische schakelgeluidjes gemaakt die we allemaal kennen. Die pro forma etiketten wilden dan niet kleven en het dossier vond ik nergens. Grr, ik heb dan maar alles op ‘t wit bord geschreven en beplakt met die 3M post its.

Toen ik kon weggaan wou mijn auto niet starten. Ik daar alleen in dat stom klotig bedrijf. Ziede mij daar staan? Ik vond een busje Contactspray en spoot het over alle kabels. Ik wachtte wat tot het droogde en startte en oef het was ok. Dan mijn vuile handen inwrijven met verse smeerolie, nog wat kuisbenzine gebruiken en een paar maal wassen met speciale zeep en gewone zeep en ik kwam er weer fatsoenlijk voor. Dat was een pluspuntje voor mijn geest. Maar die was nog zwaar geladen door alle tegenslag. Kort, alles afsluiten en dan nog een driekwart uur file voor de weg vrij is om naar huis te snellen en gezellig wat te eten met het vrouwke.

‘Dag schat van mij.’.
‘Dag mijn ventje!’.

Niet zagen over je werk, luisteren hoe haar dag was. Zelf afruimen en de keuken schoonmaken. Haar laten kijken naar “Bij ons Thuis in de Familie” op Seven terwijl ze strijkt. Intussen heeft zij haar kantoorkledij afgedaan en haar lichtblauwe broek met die bloemmotieven aangetrokken.

Dan even een sigaartje roken op de koer en nadien samen met haar naar de avondfilm kijken. Haar een kusje geven en dan: den Tony heeft wat problemen hm op zijn werk iets met een BMW of zo enne… Ik wou eh, ik maak het niet te laat en morgen zou ik toch graag wat uitslapen.

Zij kijkt even en schudt haar hoofd. Ze glimlachte, zet de radio op en de tv uit en neemt haar boek over de Zeven Klussen met haar werkatlas en wijnglas. Snel een innig kusje en er vandoor. Zij heeft nu de bank alleen voor zichzelf.

Alle mannen zijn hetzelfde maar elke vrouw is verschillend, elk een studie waard. Daarom wil zij misschien bijklussen om zichzelf te leren begrijpen en geeft ze hem haar fiat al was het hier een Citroën GS.

Tony zat al in de Crazy Pub te wachten met wat felle deernes naast hem. I’ve got you under my skin speelden de band members nu. Tony zwaaide van ver enthousiast naar mij. Ik was pas binnen en werd bijna weggeblazen door de trompetten. Ik had mijn wit jasje aan met een mooie pin in email op op mijn revers van Miauw. Poezen genoeg hier.

Door die grieten kreeg ik weer wat energie en wat air. Ik kende ze niet maar Tony stelde me aan hen voor: dit is Gray, Gray Bodes en dit is de enige ware Gerda. Ze trok me aan met haar groene katogen. Tony zei altijd dat zij een fantasietje was maar zo zag ze er niet uit. Ik gaf haar een beleefd handje en wou zeggen:

‘Ben jij die geile Gerda’ maar hield me net in, ‘fijn om je tegen te komen en het is Bodès, niet Bodes kwam er nog net onhandig uit. Zij moest er om lachen; een goede eigenschap van geschikte meisjes. De twee andere meisjes hielden van gothic black maar ook wel wat van Gray.

Sigaretten werden bovengehaald: gouden Benson & Hedges met veel wit karton en zilverpapier en een rode Dupont knipte de vlam erin zodat de rook de longen kon vullen. Gerda onderging de bedwelming van de nicotine en leunde ontspannen achteruit zodat de welving van haar borsten haar witte bloes opspande.

Yeah! Dat had ik nu nodig zie, iets wat enkel druk werkende mensen kunnen begrijpen, afgestjakt op het einde van de week, verstand op nul, wat drank in het gezelschap en een feestje bouwen alsof er morgen geen dag meer aankwam: ad infinitem! De pils was heerlijk koel en hopte zo naar binnen.

I am in heaven…

Bennett praatte soms te veel en die drummer gaf een te lange solo maar Tony hield ervan en hij betaalde het feestje had hij gezegd, dus… Ik vond het allemaal wat te veel Amerikaans maar nu was er net wel een fascinating rhythm.

Ik denk dat we aan pint nummer neven zaten want ik was de tel kwijt, toen de goths begonnen te kibbelen. Als er iets is waar mannen bang voor zijn dan zijn het vrouwen die ruzie maken met elkaar. Daar komen ze niet in tussen. Dat is heilige oorlog. De twee grieten dropen snauwend en elkaar afkattend af naar het damestoilet. Onder hun Essie nagellak, C. M. poeder en oogopmaak en Charrier geurtjes zat een heel deel van hun gevoeligheden verstopt en ze moesten straks nog met de auto samen naar huis ook. Gaby de patrones was hen gaan kalmeren. Zo was zij nu eenmaal. Gerda rookte onverstoord haar Bensons een voor een op, een andere manier was er niet. Het was één uur dertig.

‘Tony een whisky?’
‘Ja doe maar.’.

De alcohol vluchtte uit de fles waaronder coole blokjes glansden en het glas alles rinkelend opving.

‘Tsin!’ deed ik.
‘Tsin!’ deed Tony terug.

We zaten naast elkaar, bewogen verbaal en mentaal door elkaars leven vol vreugde en ook met wat problemen. Ze werden er niet mee opgelost maar bleven tussen die blokjes drijven waar we ze goed konden zien. Hij wees ernaar. ‘Dàt probleem met diene BMW moet ik tegen maandagavond zien op te lossen.’. Ik wees naar een hele boel met mijn vinger heen en weer. We lachten, we schaterden het uit. We waren onverschrokken, gezworen kameraden. Echte vriendschap tussen mannen gaat nooit stuk tenzij er een kink in de kabel komt. Ik ging PL-assen, zoals ik het altijd noemde.

Na nog een paar whisky’s; ik al bijna dronken, kwam het eruit:

‘Tony luister. Ik heb een goed werk na jaren zoeken. Ik verdien goed. Ik ben heel gelukkig met Britt en mocht er iets gebeu...’ en ik brak. De tranen dropten en daar was het: de humorem en de tranen liepen samen in gootjes naar beneden en het snikken werd zwaar en mijn lange blonde haar werd vooraan helemaal nat.

Fly me to the moon…

Tony draaide zich op zijn rode velvet kruk naar mij:

‘Gray, er gaat niets gebeuren. Ge zijt ne gelukkige mens gij’ en hij omarmde me helemaal met zijn voorhoofd tegen het mijne’.

Ik hoorde zijn ijsblokjes klinken tegen het glas. Ik wou nog zeggen met mijn glas omhoog: ‘In Vino Veritas’, en ‘op de Vriendschap het enige Echte’, en ‘op den Tony en de Meisjes’ maar het ontglipte me helemaal.

In plaats daarvan vond ik mijn pas gestreken paarse zakdoek van haar gekregen met Gray op genaaid in een hoekje, opende hem en begon aan het hoofdstuk snuiten voor gevorderden.

I get a kick out of you...

Dan begon ik nadat alle spanning van me was afgegleden en ik naschokte van het diepe wenen, eerst nog wat te zuchten en dan na een kwartiertje voorzichtig weer wat te lachen. Ik wou eerst wat cola drinken.

‘Misschien jij en Gerda?’ stelde ik na een tijdje Tony voor. Tony keek haar eens vluchtig aan. Zij dronk een Grand Marnier in een bad ijsblokjes en lachte terug…

and the way you looked tonight.

‘’t Is een goeie griet. Weet ik wel. Ik weet het niet. Het is er niet.’ zuchtte hij verbeten. Ik wist niets anders meer dan dat ik naar huis wou en slapen zonder zorgen. Ik vertrok op zijn Frans zoals vaak in de nacht en moeizaam stapte ik de straten af tot ‘t huisje daar in de verte. Ik woelde me gelukkig in bed.

Gray stopte met zijn verhaal en keek ons wat hulpeloos aan. Geert keek naar de tafel en drukte met zijn vingers op zijn ogen. Hij wachtte een hele tijd. Hij klapte in zijn handen. Ook Fren klapte mee.

Na een tijd zei Fren: ‘Wauw wel een pakkend verhaal Gray. Gij had geen ingenieur mogen worden maar romanschrijver. Nu weet ik denk ik waarom dat gij voor PMS werkt. Er moest wel een reden voor zijn.’.
‘Och weet je. Iedereen heeft gevoelens en iedereen heeft zijn doorslagpunt. Ik kan wel iets vertellen maar dat maakt me nog niet tot een schrijver.’ zei Gray.
‘Wel ik heb me er af en toe in herkend Gray,’ zei Geert, ’en dat is volgens mij belangrijk. Het is een weg die we kunnen inslaan. Een lach, wat ernst en een traan; je hebt er de muziek ook fijn in verwerkt zonder dat het stoorde.’.
‘Tja, het was maar achtergrondmuziek hé. Niemand let constant op de muziek’ grijnsde Gray.
‘Nee, niet te bescheiden zijn: alles zat er in voor PMS. Je verhaal was een picture met muziek erin en een mooie story over liefde, vriendschap en het dagelijkse leven. Ik denk dat het heel wat lezers zowel mannen als vrouwen kan bekoren. En anders weet ik het ook niet meer’ zegt Geert hoofdschuddend.

‘Ja maar eigenlijk kijken de mensen uit naar moppen.’ zegt Fren.
‘Ze kijken uit naar moppen omdat dat zo stond aangekondigd: nonkel Gaston: mopjes. Ze kijken echter ook uit naar iets waarin ze zichzelf herkennen. Een mop kan een mep geven met de map op hun tronie, maar ook de biologie, de fysica en scheikunde beïnvloeden ons dagelijks en zijn belangrijk in ons leven.
Alle regelsystemen van de mens zijn vaak gebaseerd op scheikundige interactie. Het is flauwe kul enkel drugs als iets scheikundigs te zien. Maar scheikunde kent zijn wetten en wat te veel van dit of dat en je bent er aan zegt Geert.
‘Kijk maar naar Sid Barrett de stichter van Pink Floyd’ vult Gray aan.
‘Moeten de mensen dat allemaal weten of blijven we op de achtergrond?’ vraagt Fren.
‘Luister als het mopjes zijn wordt dat aangekondigd maar ik weet dat we ook ander werk hebben ter afwisseling. Als het maar boeiend is maar dat kunnen we enkel te weten komen als de lezer reaGeert.’.

‘Ja, we mogen vooral de grote 5de kolonne niet vergeten: ons leespubliek. Zonder hen zijn we niets. Daarom dank u lezer merci, merci, dank u om ons te volgen!
Wij auteurs van Au Parleur maken teksten om je te plezieren. Wij schrijven graag en het liefst voor jullie, een enthousiast publiek. Wij kunnen enkel gissen of je het fijn vindt. Daarom hebben we graag repliek van jou. Vind je een artikel leuk? Of gewoon boeiend? Reageer per e-mail dat is makkelijk. Gewoon één woord of zin is al genoeg. Zo weten wij of we geestelijk verbonden zijn of net niet. Er is nu ook een reageerknop voorzien bij Gaston nieuws. Druk er op en het contact is al gemaakt. ReaGeert! Doen! Wij zitten er echt op te wachten. Dank u. Saluut!’.

In vino veritas: de waarheid vinden in de wijn, jezelf terugvinden of tegenkomen in de drank; niet te verwarren met een kater. Een kater krijg je trouwens niet van alcohol maar wel van zijn afbraakproducten. Dat kom je te weten als je Gaston lezen fijn vindt.
Is dat waar gebeurd? Die breking? Die kreeg ik inderdaad wel. Ja dit is waar gebeurd.

GDB


Rest in Peace Tony Bennett 1926° - kaars gelaten in juli 2023.
Your songs remain for ever.

Bekeken voor u:

Tony Bennett’s Wonderful World: Live in San Fransisco 2017.
Tony Bennett & Lady Gaga

Beluisterd voor u:

Tony Bennett Essential Crooners VOL3
Tony Bennett & Amy Whinehouse
Tony Bennet & Diana Krall
Tony Bennett Live in London 2007
Tony Bennett & Lady Gaga Jazzy Romance

Noot:

Ik kende Tony Bennett niet bewust tot ik uitging met Tony. Het klikte meteen. Zeggen dat ik er één of twee nummers van kende dacht ik, maar het waren er meer. Het waren avonden vol magie met diverse zangeressen zoals Lady Gaga. Gaga is ze niet en ze zingt prachtig. Dank zij Tony heb ik die muziek leren kennen. Eigenaardig wel dat ik dat mocht meemaken. Dat was van de Nederlander Dennet geleden op Mallorca 1985 waar ik een jaar lang samenwerkte met hem als reisleider en entertainer. Dennet was mijn beste vriend ooit. Wij begrepen elkaar vanaf de eerste dag: het klikte.
Samen bruin van de zon op de luchthaven van Mallorca rondlopen en met de knappe Nederlandse hostesses iets drinken overdag in een exclusief barretje. ‘s Nachts uitgaan in de chiekste discotheken. Zuipen deden we niet, genieten wel. Hij van de bacardi cola; ik had graag een gin limon of een whisky cola. Yeah op Dennet!

Onderzoek leert dat als je weent schadelijke stoffen uit het lichaam samen met de tranen verwijderd worden.
Naar het schijnt zit Tony nu in de psychiatrie. Als niemand je kan helpen is het misschien een goede plaats om te zijn. Tegen bepaalde afwijkingen is er jammer genoeg geen remedie. Bezoek kan wel helpen. Ik zal hem wel een briefje schrijven.

Elke gelijkenis met echte personen is ongewild en louter toevallig.


NONKEL GASTON
In vino veritas
Dokter Dupont
Dokter Dupont

Dokter Dupont geeft medisch advies


DE VRAAG VAN LUC STEENMANS

Geachte Dokter Dupont,

ik heb al een tijdje een puist op mijn voorhoofd die maar niet weggaat. Nu had een vriendin die nogal bezig is met bovennatuurlijke krachten mij gezegd dat ik tijdens de zonsverduistering van 8 april met mijn voorhoofd onder een omgekeerde piramide moest gaan liggen en mij moest afstemmen op de kosmos want dat er dan speciale energieën vrijkwamen.

We zijn nu alweer een paar dagen verder en ik heb nog altijd een puist op mijn voorhoofd. Ook heb ik den hond zijn kloten gezien van die zonsverduistering want die was enkel zichtbaar in Canada, enkele staten in de VS en ergens in Mexico.

Misschien kan jij mij helpen?

Hoogachtend,

Luc Steenmans

ANTWOORD

Beste Luc,

Er zijn jaarlijks twee tot vier, soms vijf zonsverduisteringen en dat proces is reeds een paar miljard jaar aan de gang. De maan staat om de zoveel tijd tussen de zon en de aarde en blokkeert dan even het zonlicht, we hebben dat allemaal geleerd in de lagere school.

Sta me toe te twijfelen aan de speciale puistgenezende energieën die op zo’n moment vrijkomen. Meer dan dat het licht een paar minuten uitgaat, zou ik er niet achter zoeken. Mijn dochtertje van vijf heeft ooit een eenhoorn gezien en is ervan overtuigd dat de tovenaarsschool Zweinstein écht bestaat. Ze doet er niemand kwaad mee, ik laat haar dus in de illusie. OIm maar te zeggen…

Ik zou in jouw geval dus beginnen met je een aspirientje voor te schrijven. Verder is dit iets voor een dermatoloog. Een puist, dat is zeker te genezen, maak je geen zorgen.

Hou het gezond, ook in je hoofd.

Dokter Dupont


HL

MEDISCH ADVIES VAN DOKTER DUPONT
Lezersbrief
Lezersbrieven

Lezerbrieven

Beste Au Parleur,

Op de eerste verdieping van ons WZC woont een heel ambetante vrouw. Altijd klagen, altijd kreften. Iedereen is haar beu.

Zouden we die niet kunnen euthanaseren? Ik heb daar toch iets over gelezen in Het Laatste Nieuws? Dat het nu gemakkelijker zou zijn om iemand te laten gaan als het leven voltooid is? Ik wil hier in ons WZC gerust een petitie opstarten hoor, ik denk dat iedereen akkoord zou gaan

Het beste,

Clem Vanmalderen


Stuur ons jouw lezersbrief
LEZERSBRIEVEN
Editie 31 | Au Parleur
Poëzie op maat

© Au Parleur - JEROEN VERMEIREN/HANS LENGELER 2023/update 2024

SINT-DENIJSLAAN 31A - 9000 GENT

11, BOULEVARD CLEMENCEAU - 83510 LORGUES - FRANCE

BEELDEN: EIGEN WERK & UNSPLASH